Militaire aangelegenheden
Als door de Centrale Raad voor de Kernenergie (CRK) over militaire aangelegenheden wordt gesproken, wordt afgesproken, dat vertegenwoordigers van defensie de vergaderingen kunnen bijwonen. Het bijzondere is dat Defensie zelf mag bepalen wat "militaire aangelegenheden" zijn en voor haar van belang is.
KEMA wil vergunning
De KEMA vraagt een aanvulling (lees: wijziging) op de vergunning uit 1957 aan voor kernlab en reactor, en dringt er een half jaar later nogmaals bij de regering op aan nu toch echt een vergunning af te geven. Want, zo zegt de KEMA, de installatie is nu officieel klaar en het niet verlenen van de vergunning zou een zware klap zijn voor de wetenschap en het betrokken personeel, terwijl bovendien de al geïnvesteerde miljoenen "teloor zouden gaan". Deze aanvraag wordt “geheel ten onrechte in behandeling genomen” (zoals de gemeente het in 1972 toe moet geven) want de vergunning van 1957 is al lang verlopen en in 1962 zelfs door minister Veldkamp (SZ) geannuleerd. Maar de ontwikkeling en bouw van de KSTR zijn niet afgerond en gaan gewoon door. In april 1965 laat de minister weten dat hij aanneemt dat er geen bezwaren tegen de bouw van kernlab en testreactor (KSTR) zijn. Dat is een beetje vreemd want in maart zijn er rapporten van de Gezondheidsraad en van de IAEA bekend geworden die beiden nogal wat bezwaren maken tegen de bouw van die installatie op die specifieke plaats (midden in een middelgrote stad). Maar de in het kader van de Hinderwetvergunning benodigde advisering blijft uit.
Philips-Duphar op RCN-terrein
Op het terrein van het RCN in Petten wordt de eerste paal geslagen voor een laboratorium van Philips-Duphar waar men radio-isotopen (oa. Molybdeen-99) gaat maken voor medische diagnostiek. Daarmee zijn er drie gebruikers van het terrein: het RCN zelf, het Gemeenschappelijk Centrum Onderzoek (GCO - Euratom) en Philips-Duphar. Daarbij zal het ook lang blijven. In 1969 vraagt en krijgt Philips steun van het rijk als men dreigt de productie stop te zetten.
Euratom stopt financiering KSTR
Euratom besluit aan het einde van het vijfjarenplan in 1967 haar financiële bijdrage aan het KEMA KSTR-project stop te zetten. Men wil wel verder onderzoek naar suspensies doen, maar niet de bouw van een reactor financieren. Aan de RCN wordt om extra financiële steun gevraagd. Door het wegvallen van de financiële steun van Euratom (40% van de bouwkosten) komen alle kosten voor rekening van de elektriciteitsbedrijven die dat doorberekenen aan de klanten. Tussen 1953 en 1968 wordt 0,03 (gulden)cent per kWh extra berekend (ongeveer 1% van de elektriciteitsprijs).
Vroege kritiek op Dodewaard en kernenergie
In de Gelderlander, een dagblad die ook in de buurt van Dodewaard verspreidt wordt, verschijnen af en toe ook (zeer ongebruikelijke) minder positieve geluiden. Zo komt er kritiek op het gebrek aan voorlichting over de bouw, en op 10 juli schrijft auteur A. den Doolaard: “De atoomenergie heeft de duivelse eigenschap bepaalde geesten te beheksen, dat zij ertoe verleid worden om tegenover de leken de gevaren te minimaliseren. In een democratie is dat hogelijk ongewenst“.
Noodwetje voor Dodewaard
Om al gedane investeringen te beschermen en om te voorkomen dat “de ontwikkeling en toepassing van kernenergie” een “ernstige slag” toegebracht zal worden, treedt er een noodwetje in werking. Volgens de minister van EZ (Andriessen) is het absoluut noodzakelijk dat de Nederlandse Staat General Electric vrijwaard van de gevolgen van de wettelijk aansprakelijkheid voor de gevolgen van een ongeluk, zowel in Nederland als de omringende landen. De internationale verdragen op dit gebied zijn namelijk door Nederland (nog) niet geratificeerd en dit wordt wel uitdrukkelijk door GE geëist in het contract voor de bouw van Dodewaard. De Kamer gaat zonder morren akkoord. Op 1 januari 1966 wordt dit dan definitief geregeld in de ‘Wet inzake de wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van kernenergie’.
Scheepsreactor op land
RCN deelt mee dat ze in het kader van het NERO-project een voorstel voor een prototype scheepsreactor, genaamd Proteus (af en toe ook Nereus genoemd), heeft uitgewerkt en die in Petten (dus op land) wil gaan bouwen. De regering moet dan wel f 20 miljoen op tafel leggen voor de bouw van Proteus, vindt RCN. Aan Philips wordt de opdracht gegeven splijtstofelementen te leveren voor de KRITO-installatie, een kritisch-experiment dat voor de ontwikkeling noodzakelijk is. KRITO is in maart 1963 in gebruik genomen en is eigenlijk een kleine (45 cm hoge) pseudokern van NERO. Als constructiemateriaal voor de elementen wordt niet gekozen voor zirkaloy (wat wel voorzien is in de NERO-reactor) maar voor aluminium omdat dat veel goedkoper is. De splijtstof zelf komt uit het buitenland. Dit is ook het begin van de splijtstofelementenfabricage waarvoor op het terrein van het RCN een ruimte ontstaat die in 1966 klaar zal zijn.
Bouw Dodewaard begint
Hoewel de hinderwetvergunning die in juni het jaar daarvoor door de SEP is aangevraagd voor de bouw van een kerncentrale in Dodewaard, nog niet is afgegeven, beginnen de grondwerkzaamheden voor de bouw van de kerncentrale.
ITAL officieel geopend
Het Instituut voor Toepassing voor Atoomenergie in de Landbouw (ITAL) in Wageningen wordt officieel geopend. De totale kosten (incl. reactor) zijn f 13 miljoen. De kosten van de reactor werden in 1957 geschat op 1,5 miljoen gulden, in 1959 waren die schattingen al opgelopen tot 3-3,5 miljoen.
Euratom betaald voor Europees kweekreactoronderzoek, advies voor bilateraal
Eind 1964 dient Neratoom bij EZ een verzoek in voor het subsidiëren van onderzoek (samen met TNO) naar vloeibaar natrium als koelmiddel voor snelle kweekreactoren, waarin TNO en Neratoom zich al vanaf 1962 op concentreren. EZ betaald vervolgens uit het Fonds Nucleaire Industriële Ontwikkeling de overheidsbijdrage (van 4 miljoen gulden) voor het onderzoek. Ook Euratom wordt om financiële steun gevraagd en op 1 januari sluit Nederland een driejarig associatieverdrag met Euratom over onderzoek naar kweekreactortechnologie en over het “hergroeperen” van al het onderzoek “in het kader van één Associatie“. Euratom gaat 40% van het onderzoek dat in Nederland gebeurt (door TNO, Neratoom en RCN) betalen.
Op 22 januari, drie weken na het verdrag met Euratom om van het kweekreactoronderzoek een Europees project te maken, adviseert de IRK dringend voor (bilaterale) samenwerking met de Duitsers.