- Verrijking:
- onderzoek naar en ontwikkeling van verrijking (tot 1969, daarna zie: Urenco/UCN)
VN-resolutie eist stoppen met verrijken Namibisch uranium
De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties neemt in de week voor Kerst een motie aan waarin Nederland, West-Duitsland en Engeland gevraagd worden het Urenco-verdrag zo te veranderen dat geen uit het door Zuid-Afrika bezette Namibië afkomstig uranium meer wordt verwerkt. De resolutie wordt aangenomen met nul tegenstemmen en 23 onthoudingen, waaronder de drie Urenco-landen. Nederland zegt steeds dat ze tegen gebruik van het Namibisch uranium is, maar geen mogelijkheden ziet dat te voorkomen: het uranium dat in Almelo verrijkt wordt is eigendom van de klanten en oorsprong is niet te achterhalen. ‘Heling’ wordt het door onder andere de VN Raad voor Namibië genoemd: natuurlijk is het mogelijk eisen te stellen aan klanten over herkomst van uranium. Een resolutie van gelijke strekking een jaar later wordt opnieuw genegeerd door de regering en dat wordt in maart 1984 gesteund door een meerderheid (CDA/VVD) in de Kamer. Het zal nog lang blijven spelen.
Urenco gaat voor Borssele verrijken
De PZEM sluit een contract met Urenco die met ingang van 1988 het verrijkt uranium voor de kerncentrale gaat leveren. Hoeveel geld hiermee gemoeid is wordt niet gezegd. Vanaf de opening kocht Borssele de brandstof via Euratom in de VS. Er is nu gekozen voor Urenco omdat dat –deels- een Nederlands bedrijf is.
Nucleaire transporten naar Urenco
Twee keer per week rijden er transporten (3 á 4 vrachtwagens) met UF6 van Rotterdam naar de verrijkingsfabriek in Almelo. Uraniumhexafluoride (UF6) is een licht radioactief, maar zeer giftig, gas. Om uranium te kunnen verrijken door middel van ultracentrifuge zoals in Almelo gebeurt, moet het een gas zijn. De transporten komen uit Springfields (Groot-Brittannië) en worden door gewone personen-ferries het drukbevaren Kanaal over vervoert.
Op de snelweg bij Apeldoorn en later vlak voor de Urenco-fabriek in Almelo worden de vrachtwagens, die niet door politie worden begeleid, geblokkeerd door in totaal ongeveer 150 activisten. Tegelijkertijd komen twee brochures uit, een over nucleaire transporten in Nederland, wat, waar en hoeveel, en de tweede (Uraniumhexafluoride. Snel weg van de weg) over de gevaren van UF6. Een half jaar later zinkt het schip de Mont Louis met aan boord containers UF6, na een aanvaring op de Noordzee.
UCN; 2 miljoen investering per werknemer; nu voor ’t eerst winst
Uit het jaarverslag over 1983 van Ultracentrifuge Nederland (UCN) blijkt de verrijkingsfabriek in Almelo voor het eerst winst te maken: 2,1 miljoen gulden. In 1982 was dat nog een verlies van 8 miljoen. De omzet in 1983 was f 75 miljoen en de productie steeg tot 600 ton SWU. Men verwacht wel dat de winst flink gaat stijgen. In januari had de directeur al gezegd dat winst nabij is. Dat mag ook wel, want er is 1,2 miljard geïnvesteerd: dat is 2 miljoen gulden per werknemer. Werkgelegenheid is altijd een belangrijk argument voor de bouw en uitbreiding van de fabrieken geweest.
Terreinbezettingen Dodewaard en UCN
In Dodewaard wordt door een groep van 225 mensen geprobeerd het terrein van de kerncentrale te bezetten. Om op het terrein te komen, moet men door twee rijen hekken (waar honden tussen kunnen lopen), een NATO-prikkeldraad versperring en daarvoor al over een laag hekje en door zo'n 5 meter brede strook met ingegraven scherpe stalen punten waar je slechts heel langzaam en voorzichtig doorheen kunt slalommen. Zover komen de meeste van de ruim 225 actievoerders die morgen tegen zessen echter niet. De schijnwerpers op het terrein gaan aan en daar achter zijn de schimmen van ME'ers te ontwaren. Gelijktijdig komt er van achteren een groep ME'ers die iedereen insluit!
Met een kleinere groep (70 mensen) lukt het op 2 maart wel om door de dubbele rij, elektronisch beveiligde hekken op het UCN-terrein te komen. De demonstranten lopen over het terrein naar de hoofdpoort waar spandoeken worden opgehangen, waarna iedereen het terrein weer verlaat. Dan krijgt de inmiddels aardig gegroeide politiemacht alsnog de opdracht om zoveel mogelijk mensen te arresteren. Mensen worden in politiebusjes gesleurd, busjes worden in de stad achtervolgd en klemgereden. Volkomen willekeurig worden 24 mensen gearresteerd maar van 17 mensen kan niet bewezen worden dat ze op het UCN-terrein zijn geweest en worden vrijgelaten. Zeven mensen blijven in voorarrest en worden in een snelrecht procedure veroordeeld tot gevangenisstraffen van ongeveer de duur van het voorarrest.
Khan wegens vormfout vrijgesproken van atoomspionage
Nadat Khan in eerste instantie op 14 november 1983 bij verstek tot 4 jaar cel wordt veroordeeld wegens de poging geheime gegevens over centrifugetechnologie te bemachtigen, wordt hij nu in hoger beroep wegens een vormfout vrijgesproken: het is onduidelijk of hij de dagvaarding heeft ontvangen. Het OM beslist in juni 1986, dat hij niet opnieuw vervolgd gaat worden; de feiten zijn te lang geleden en daarom verliest een nieuwe strafvervolging “opportuniteit.“ Hij wordt wel tot persona non grata veroordeeld, maar blijft ook daarna Nederland clandestien bezoeken en krijgt ook minstens 3 keer officieel ‘op humanitaire gronden’ toestemming om Nederland te bezoeken. Zo wordt hij in december 1988 aangehouden en het land uitgezet.
Ondertussen zijn Van Doorne’s Transmissie en FDO in respectievelijk september en november 1984 vrijgesproken. In september 1987 komt FDO opnieuw onder vuur als bekend wordt dat 2 Tsjechische stagiaires vanaf 1968 ook toegang gehad kunnen hebben tot al het geheime ultracentrifuge onderzoek. Op 2 juli 1985 wordt Khan’s Nederlandse zakenpartner en vriend Slebos tot 12 maanden cel veroordeelt wegens illegale uitvoer en hulp aan het Pakistaanse atoomprogramma.
Namibisch uranium: proces tegen Nederlandse Staat
Het uitvoerend comité van De Raad voor Namibië van de Verenigde Naties besluit voor een Nederlands Hof een rechtszaak te beginnen tegen de Nederlandse Staat. Nederland wordt er van verdacht Artikel 1 van het Namibië-decreet te overtreden door uranium uit Namibië te betrekken. Maar er zijn nogal wat bureaucratische en politieke besluiten noodzakelijk voordat het ook daadwerkelijk tot een proces zal komen, maar in september wordt gemeld dat nog “voor het eind van het jaar“ een dergelijk proces wordt begonnen. “We hopen dat het proces tegen Urenco andere landen zal weerhouden van het importeren en verwerken van grondstoffen uit Namibië”, aldus de VN-commissaris voor Namibië. De affaire loopt nu al vanaf eind 1977.
UCN wil uitbreiden tot 3500 ton
Urenco Nederland vraagt een vergunning aan voor uitbreiding van de SP4 (van 1000) tot 1500 ton en voor de bouw van de SP5 van 2000 ton. “In de weken dat Tsjernobyl zijn schaduw legt over ons land (…) zet UCN zijn plannen op papier: produktie verviervoudigen!“ schrijft de Werkgroep Stop Kernenergie Almelo. Tot 15 juli worden er enkele honderden bezwaarschriften ingediend (waaronder één door B&W van Arnhem. Eind december komt de ontwerpbeschikking en op 17 maart 1987 wordt de vergunning afgegeven. Wanneer de capaciteit van 3500 ton bereikt zal worden kan UCN nog niet zeggen; eerst wordt de SP4 uitgebouwd tot 1500 t en “in de jaren negentig“ zal dan begonnen worden met de bouw van de SP5.
Eindelijk proces tegen Staat wegens 'heling'
Nadat er sinds 1981 al over gesproken wordt, is het nu eindelijk zo ver: Urenco, UCN Nederland en de Nederlandse Staat staan in Den Haag voor de rechter wegens ‘heling’ van uranium uit het door apartheidstaat Zuid-Afrika bezette Namibië. Op 14 juli heeft de VN Raad voor Namibië de dagvaarding bekend gemaakt. Op 1 september, de eerste zittingsdag, wordt het proces meteen verdaagd tot 1 december om de gedaagden de tijd te geven hun verweer op te stellen. Maar op 1 december wordt het vervolgens meteen verdaagd tot 3 mei 1988. De kern van het (schriftelijke) verweer van de Staat is dat niet aan te tonen is dat het uranium bij Urenco in Almelo afkomstig is uit Namibië en dat Nederland dus niet verweten kan worden dat het onrechtmatig grondstoffen uit het door Zuid-Afrika bezette land laat verwerken. De mondelinge behandeling van de zaak is op 6 juni 1989. De repliek van de Raad voor Namibië: de Nederlandse Staat kan op grond van overeenkomsten afleiden waar het uranium van afkomstig is; een bank die gestolen geld ontvangt kan zich niet verweren met het argument dat aan het geld niet te zien is dat het gestolen is.
UCN ziet voorlopig af van uitbreiding
Bij de nieuwjaarsreceptie wordt duidelijk dat UCN voorlopig afziet van de uitbreiding van de verrijkingsfabriek in Almelo, o.a. door overproductie van verrijkt uranium en de lage dollarkoers. Het ministerie van EZ laat weten dat de vergunning voor de uitbreiding niet hoeft te worden ingeleverd. Maar als er erg veel tijd gaat zitten tussen dit tijdstip en het moment dat ze wel weer willen bouwen, zijn er misschien aanpassingen nodig. Urenco heeft in de vergunningsprocedure altijd gezegd dat de uitbreiding noodzakelijk is om nieuwe contracten af te kunnen sluiten.