- Kosten/budget:
- kostenoverzicht van- of budget voor kernenergie (-object)
Niet eens hinderwetvergunning voor reactor
De HOR (Hoger Onderwijs Reactor) in Delft wordt voor het eerst kritisch. Hoewel het de bedoeling was de reactor (met een vermogen van in eerste instantie 100kW te gebruiken die in 1957 op Schiphol in de tentoonstelling ‘Het Atoom’ functioneerde, bleek die helemaal niet geschikt. Wel zijn er onderdelen van gebruikt. De kosten voor het Reactor Instituut Delft zijn f 15 miljoen. Veel meer dan begroot en ook twee jaar later dan gepland klaar. De reactor is een ontwerp van het RCN, Comprimo en Van den Broek en Bakema (architecten). Pas op 11 juli 1963 wordt door B&W van Delft een vergunning verleend krachtens de Hinderwet voor de duur van de initiële beproeving van de HOR. Een aantal bedrijven en omwonenden in de omgeving hebben bezwaar gemaakt tegen de reactor; ze vrezen dat bij een evt ongeluk zij gevaar lopen te worden besmet.
ITAL officieel geopend
Het Instituut voor Toepassing voor Atoomenergie in de Landbouw (ITAL) in Wageningen wordt officieel geopend. De totale kosten (incl. reactor) zijn f 13 miljoen. De kosten van de reactor werden in 1957 geschat op 1,5 miljoen gulden, in 1959 waren die schattingen al opgelopen tot 3-3,5 miljoen.
Geen verdere financiering NERO
De nieuwe minister van EZ, KVP’er De Block besluit prioriteit te geven aan het kweekreactor onderzoek en het NERO project niet verder te financieren. RCN schikt zich daarin en cancelled in het driejarenplan 1968-1970 de eigen reactorontwikkeling. Een definitief besluit over NERO wordt nog tot 1969 uitgesteld.
De aandacht van het RCN gaat vervolgens volledig naar het onderzoek naar kweekreactoren. In totaal is er f 105 miljoen aan onderzoek naar de scheepsreactor uitgegeven. Ook aan het gebruik van KRITO komt hierdoor een einde. De KRITO-installatie wordt omgebouwd tot STEK, het snel-thermisch gekoppelde experiment in KRITO, voor onderzoek naar snelle kweekreactoren. Deze wordt op 22 mei 1969 voor het eerst kritisch.
Proefopstelling natriumkoeling
De eerste paal wordt geslagen van een 50MWth natriumkoelcircuit bij Stork in Hengelo ten behoeve van het onderzoek over natriumkoeling in kweekreactoren (en spoedig specifiek voor Kalkar). Met de bouw is ruim 2 jaar en een bedrag van ruim 50 miljoen gulden gemoeid. De installatie wordt gebouwd door Neratoom en zal tot eind zeventiger jaren onderzoek doen ten behoeve van Kalkar.
Dodewaard officieel geopend
Nadat de kerncentrale in Dodewaard op 24 juni 1968 voor het eerst kritisch is geworden is nu de officiële ingebruikstelling. Dit is ook meteen het eerste incident van de centrale. Met het terugtrekken van de regelstaven uit de kern veroorzaakt koningin Juliana een te snelle toename van de kernsplijting. Het hoofd van de centrale grijpt in en de reactor wordt onmiddellijk stilgelegd.
De 50 MW General Electric centrale is voor een groot deel gebouwd met Nederlandse technologie: Philips bouwde (helemaal betaald door de overheid) de splijtstofelementen (de splijtstofstaven komen van NUKEM); de regelstaven zijn geleverd door Hollandse Signaalapparaten; het reactorvat door RDM (waar ze een flinke staatssubsidie voor krijgen) en de turbine-installatie door Stork. De kosten zijn nogal gestegen; waren ze in 1962 geschat op f 95 miljoen, in 1964 was dat al gestegen tot bijna 110 mln.; in 1967 tot 135 mln. en in 1968 zelfs tot 145 miljoen gulden. De GKN zelf schat in een brochure bij de officiële opening (maart 1969) de totale kosten op f 140 miljoen.
PZEM kiest voor Siemens/KWU
De dag nadat de PZEM officieel bekend maakt een 450MW PWR te bouwen in het Sloegebied (Borssele) voor de productie van elektriciteit voor de aluminiumfabriek van Pechiney en geen conventionele centrale, maakt PZEM bekend dat ze voor de bouw ervan kiest voor het Duitse bedrijf Siemens (feitelijk KraftWerk Union). De teleurstelling in de Nederlandse industrie is groot en er heerst ook boosheid en verbazing: hoe is het mogelijk dat een klein elektriciteitsbedrijf als PZEM (niet eens lid van de SEP, maar wel van de GKN) zulke beslissingen met zulke verstrekkende gevolgen voor de industrie zelfstandig kan nemen? PZEM verklaart dat de offerte van Siemens 10 % goedkoper (f 250 miljoen DM, volgens het blad Atomwirtschaft in 1970) is dan die van Westinghouse/Neratoom en dat er afspraken zijn dat 70% van de orders naar Nederlandse industrie moet gaan. Het Nederlandse bedrijfsleven vindt dat ze onheus is bejegend en het blijkt dat de overheid geen machtsmiddel heeft om PZEM op andere gedachten te brengen. Ook blijkt dat de SEP niet al te veel druk heeft utgeoefend op PZEM om de order aan een Nederlands bedrijf te gunnen. Door de ‘affaire Borssele’ zullen de verhoudingen ingrijpend veranderen; te beginnen met de elektriciteitsbedrijven die een groot deel van hun zelfstandigheid verliezen.
Deze beslissing om voor KWU (op 1 april gestart als dochter van Siemens en AEG) te kiezen wordt gezien als het einde van de pogingen om een zelfstandige Nederlandse nucleaire industrie op te zetten. Neratoom valt langzaam uit elkaar en deelnemende bedrijven spelen hun kaarten individueel uit, zo heeft Stork al een samenwerking met Siemens afgesloten voor de levering van het turbinegebied. Borssele is de eerste exportreactor van Siemens en om die doorbraak te maken is de aanbestede prijs laag. Twee maanden later (op 2 juli) wordt de eerste paal voor de kerncentrale al geslagen!
Bouw in Almelo begint
Het ultracentrifuge project is nu zover gevorderd met onderzoek, dat tot de bouw van een proeffabriek is besloten. In Almelo wordt (op het op 12 maart door Philips aangekochte 11 hectare grote terrein), de eerste paal geslagen voor de bouw van een installatie voor het vervaardigen van centrifuges voor de te bouwen proeffabriek SP1 (Separation Plant 1). De totale kosten van de proeffabriek SP1 worden dan geschat op 45 miljoen gulden.
Al 1 miljard subsidie voor kernenergie
De Nederlandse staat heeft vanaf 1955 tot eind 1969, bijna een miljard gulden uitgegeven aan kerntechnologie. Het bedrijfsleven 40 miljoen. Jaarlijks komt daar ongeveer 150 miljoen gulden bij.
Kostenstijging proeffabriek
Volgens een nota die de minister van EZ krijgt blijkt dat de bouwkosten van de UCN proeffabriek in Almelo al flink zijn gestegen. Werd eerst nog uitgegaan van 45 miljoen gulden, nu zijn de kosten al opgelopen tot “eerder 75 miljoen.“ De bouw heeft ook veel vertraging opgelopen, in bedrijf komt de fabriek in elk geval niet meer in 1971, hoewel dat wel de bedoeling was. Het zal zeker niet eerder dan eind eerste kwartaal ’72 worden.
KEMA: KSTR opstartproblemen
Nadat het reactorvat en de warmtewisselaar voor de KSTR in 1971 zijn geleverd, werd de bouw van de reactor, vijf jaar later dan gepland, afgerond. Aangekondigd wordt dat de reactor in mei 1972 voor het eerst met verrijkt uranium zal worden beproefd en voor het eerst kritisch zal worden. De KSTR is een grotere versie van de zgn. nulenergie-reactor die van 1956/57 tot ongeveer 1967 in bedrijf is geweest en in 1977 zal worden ontmanteld.
Pas in september ’72 vraagt de KEMA een Kernenergiewetvergunning aa voor “het in werking stellen of kritisch maken van een suspensie test reactor.“ De aanvraag wordt op 14 december door de gemeente Arnhem gepubliceerd. Er zal dan “op een nog nader in de pers aan te kondigen tijdstip“ een hoorzitting volgen. Zowel de KEMA als de regering zeggen dat een hoorzitting niet meer zal zijn dan een ‘voorlichtingsbijeenkomst’ omdat toestemming voor het inwerking stellen al verscholen zou liggen in de Hinderwet vergunning van 1957.
Volgens minister Langman (EZ) is er tot en met 1972 al 96 miljoen gulden uitgegeven aan ‘het project’ KSTR. f 50 miljoen daarvan is opgebracht door de elektriciteitsbedrijven via een directe heffing op de elektriciteitsrekening. Begin september had de KEMA nog met nadruk verklaard de reactor snel op te starten. Later, veel later, wordt bekend (als bijzin in een boek uit 2000) dat er ergens in die periode (ws. in de tweede week van september 1972), bij een poging om de reactor kritisch te maken, de pen van de schrijver (die de neutronen registreert) met een klap in de hoek slaat. De uitschieter is zo sterk dat de Kernfysische Dienst verbiedt door te gaan: er moeten eerst veranderingen aangebracht worden om een herhaling te voorkomen. En voor een prototype (waar nog steeds sprake van is) zal het hele ontwerp nog weer ingrijpend veranderd moeten worden. Men weet eigenlijk dan al dat daar geen geld voor zal zijn en besluit de proefperiode af te maken (1977) en er daarna mee te stoppen. Over het ongeluk wordt niets naar buiten gebracht, Went verklaart dat er “slechts kinderziektes“ zijn. Het is onduidelijk of naar aanleiding hiervan de vergunning is aangevraagd, maar die aanvraag zal grote consequentie hebben (en toch ook weer niet).