Er wordt (eindelijk) een rampenplan voor de omgeving van de kerncentrale in Borssele gepresenteerd; het is de regionale uitwerking van het Nationaal Plan Kernongevallenbestrijding. ‘Eindelijk’, omdat sinds het opstarten van de centrale in 1973 het ontbreken van een rampenplan een belangrijk kritiekpunt is geweest. En hoewel er in 1987 een rampenplanoefening is geweest, viel daar nogal wat op aan te merken. Ook op dit plan, overigens. Bij het scenario als gevolg van het ernstigste ongeluk (hoewel de kritiek is dat het nog lang niet het ernstigst denkbare ongeluk is), worden alleen mensen binnen een cirkel van 5 km geëvacueerd. Tussen 5-10 km worden jodiumtabletten uitgedeeld en in een cirkel tussen 10-20 km moet iedereen binnen blijven en deuren en ramen gesloten houden. Critici zeggen dat na Tsjernobyl wel aangetoond is dat die 5km zone veel te weinig is, en minstens 30 km zou moeten zijn. Er is ook geen rekening gehouden met het uitbreken van paniek, het op de hoogte stellen van een ongeluk is te weinig uitgewerkt en de tijd die men na het bekend worden van een ongeval heeft voor het nemen van maatregelen wordt veel te rooskleurig voorgesteld.