Op deze zondagavond even na half zeven, boort El Al-vrachtvlucht LY 1862 zich in twee flats in de Amsterdamse Bijlmer; 39 mensen komen om. Er blijven veel vragen over oorzaak, toedracht en gevolgen. De meeste aandacht gaat uit naar het mysterie rond de lading(lijsten). Een jaar na de ramp maakt Stichting Laka bekend dat er honderden kilo’s verarmd uranium in het ramptoestel zat verwerkt als contragewicht: 227 kilo is zoekgeraakt; mogelijk in de vuurzee verbrand. De onthulling veroorzaakt veel onrust bij hulpverleners en omwonenden van de rampplek. Maar ook bij de autoriteiten. Mede door aanhoudende berichten over gezondheidsproblemen, en omdat deskundigen het niet eens worden over het gevaar van verarmd uranium en de kans dat het verbrand is, besluit de Kamer in oktober 1998 tot een parlementaire enquête, die in de periode oktober 1998-april 1999 wordt gehouden. Daaruit blijkt dat de aanwezigheid van VU bij de autoriteiten al snel bekend was, maar niet doorgegeven werd aan hulpverleners ter plaatse die dus ook niet de vereiste beschermingsmaatregelen konden nemen.
Conclusie over verarmd uranium van de Enquêtecommissie: “De maatschappelijke reactie op de aanwezigheid van het verarmd uranium is onderschat. De risico’s van verspreiding van verarmd uranium zijn onvoldoende herkend.“
Het gebruik van verarmd uranium als contragewicht in vliegtuigen vindt steeds minder plaats; de militaire toepassingen van het zware metaal (en afvalproduct van verrijking) nemen echter toe.
Het Eindrapport van de Parlementaire Enquête Bijlmerramp [html]
Bijlage | Grootte |
---|---|
Onderzoek Laka uit 1998: .‘…en als het toch verbrand is…?’ [pdf] | 724.71 KB |