Op verzoek van de regering wordt door de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen de ‘Commissie van advies inzake verstrekking van radio-actieve isotopen’ (beter bekend als de Isotopencommissie) opgericht. De commissie moet de “invoer van radioactieve isotopen uit de Verenigde Staten van Amerika onder toezicht nemen“. Ze stelt zich jegens de Amerikaanse producenten van die stoffen garant voor de deskundigheid van de afnemers van deze stoffen, alsmede voor het zich onthouden door deze afnemers van doorlevering. De commissie zal tot 1958 functioneren als de werkzaamheden van de commissie, op grond van het Radioactieve stoffenbesluit (Warenwet), worden overgenomen door de minister waaronder Volksgezondheid ressorteert. Pas in 1965 zal de officiële opheffing door de KNAW meegedeeld worden.