De Nederlandse gezant in Washington besluit de Amerikanen mee te delen dat het de wens van de Koninklijke Marine is de aankoop van de kernonderzeeër(s) "te temporiseren". Nederland zou helemaal niet aan haar verplichtingen kúnnen voldoen, mochten de Amerikanen nu positief besluiten. Daar ziet het weliswaar niet direct naar uit, maar het Nederlandse gezichtsverlies zou zeer groot zijn: er is zeker tot 1963 geen geld. Hoewel dat al lang duidelijk is, wordt nu het besluit genomen dit toch mee te delen voordat de Amerikanen er zelf achter zullen komen. Nederland moet zich nog wel een standje laten welgevallen, en Minister van Buitenlandse Zaken Luns geeft de Amerikanen nog mee dat de belangstelling “onverflauwd” is en van uitstel geen afstel mag komen.