In maart is minister Lubbers (EZ) in de Gemengde Commissie van Urenco akkoord gegaan met de levering van verrijkt uranium aan Brazilië. Op 14 juli geven EZ en het ministerie van BuZa in een brief hun fiat en de uiteindelijke versie van het contract wordt in september getekend. Ondanks de toezegging dat de Kamer het laatste woord zou hebben over de contracten (Motie Oele uit 1971) en ondanks het proliferatiegevaar, licht minister Lubbers het parlement hierover niet (onmiddellijk) in. Brazilië is de eerste grote exportklant van Urenco, maar heeft geweigerd het verdrag tegen de verspreiding van kernwapens (NPV) te tekenen. De levering hangt direct samen met het grote en zeer omstreden Duits-Braziliaanse nucleaire contract van 1974. Wat de minister van BuZa (Van der Stoel) heeft afgesproken in onderhandelingen met het IAEA en met de Braziliaanse regering is onduidelijk. Door dit contract is het noodzakelijk de verrijkingscapaciteit van de UCN uit te breiden. De Brazilië-leverantie zal de gemoederen nog lang bezig houden