Compactopslag Dodewaard

23 mei 1980

De kortgeding rechter acht zich niet bevoegd een uitspraak te doen over de eis voor sluiting van de centrale in Dodewaard. Alleen de Raad van State kan dat volgens hem. Het kort geding is aangespannen over de vergunningen die afgegeven zijn voor de opslag van splijtstofelementen in het koelbassin. Nadat de GKN extra rekken heeft geplaatst, en daarmee het probleem volgens hen (en in eerste instantie ook Van Aardenne –EZ) opgelost is, worden in de aanloop naar het kort geding, op last van de minister van EZ, de rekken weggehaald. De rekken zijn clandestien geplaatst, want daarvoor is een wijziging van de inrichtingsvergunning noodzakelijk, en die is niet afgegeven. Volgens de bewindsman is er nog wel tot 1983 ruimte. Afvoer van de splijtstof is problematisch, de opwerkingsfaciliteit in Sellafield is nog niet eens in bedrijf en de contracten zijn weliswaar geheim, maar duidelijk is wel dat het afval ook teruggestuurd kan worden. Verder is er grote moeite bij de Kamer om een contract dat ze niet mogen zien, goed te keuren. Een jaar later corrigeert het Gerechtshof de kort geding rechter: hij had wel een uitspraak moeten doen. Hierdoor kunnen organisaties en burgers nu wel rechtstreeks tegen een particuliere organisatie (als een kerncentrale) procederen.