Vergunning voor hoogactief radioactiefafval bij Covra
De Raad van State beslist dat hoogradioactief afval uit de HFR tijdelijk opgeslagen mag worden in de gebouwen voor laag- en middenradioactief afval bij de Covra. De Raad van State vindt dat de klagers, w.o. Greenpeace, onvoldoende aan hebben kunnen tonen dat de opslag niet kan.
Greenpeace wees er op dat de MTR-2 containers die gebruikt gaan worden, niet in de VS gecertificeerd zijn. De 400 splijtstofelementen zullen in fases van Petten naar Vlissingen-Oost vervoerd gaan worden. Wanneer Greenpeace in beroep gaat tegen de transportvergunning zegt de landsadvocaat op de zitting eind april dat conversie naar laagverrijkt uranium niets meer uit zal maken: het afval moet hier in Nederland opgeslagen worden. Ook Europa (Euratom) wil dat het afval hier blijft: het heeft namelijk een contract met de Covra afgesloten ter waarde van 90 miljoen gulden. En Covra heeft al met een schadeclaim gedreigd. Minister Pronk stelt het afgeven van de transport-vergunning uit tot oktober, maar zegt dat de HFR in elk geval niet gesloten zal worden, hoewel hij eerder verklaard heeft dat de reactor in juli echt gesloten wordt als er dan geen oplossing is. Hij geeft toestemming splijtstofelementen tijdelijk op te slaan in transportcontainers in het HFR-gebouw. Drie-kwart van de Zeeuwen is tegen de opslag.
VROM nu verantwoordelijk KernenergieWet
Het kabinet stemt in met de overheveling van een aantal taken die voortvloeien uit de KernenergieWet (KeW) van de minister van EZ naar de minister van VROM. Milieu- en veiligheidsaspecten en bescherming tegen radioactieve straling zijn in de praktijk nu de belangrijkste aspecten van de KeW. In 1963, toen de KeW van kracht werd, lag de nadruk op het bevorderen van kernenergie, daarom was de minister van EZ de eerste ondertekenaar. De minister van VROM is vanaf 1 juli primair verantwoordelijk voor de regelgeving en de vergunningsverlening van nucleaire installaties. De minister van EZ blijft medeverantwoordelijk. De KeW en een aantal daarop gebaseerde regelingen zullen daartoe aangepast worden.
Ontmanteling reactorgebouw BARN afgerond
De ontmanteling van de BARN-reactor in Wageningen wordt in de zomer van 1999 met de sloop van de laatste delen van het reactorgebouw afgerond. Nadat de reactor in 1980 was stilgelegd en de buitenbedrijfstelling in 1984 was afgerond werd in 1996 met de feitelijke sloop begonnen, nadat men in eerste instantie een wachttijd van 40 jaar had voorzien. Maar oa. omdat het hele ITAL-terrein per 20 juli 1992 overgedaan is aan Staatsbosbeheer, begint in juni 1996 de ontmanteling. Het terrein behoord schoon overgedragen te zijn aan Staatsbosbeheer, maar als in augustus 2001 krakers op het terrein gaan wonen, wordt Laka ingeschakeld om metingen te verrichten. Men constateert besmettingen in sommige gebouwen en zelfs een ‘vergeten’ radioactieve bron, die er volgens een ambtenaar van het ministerie “door de krakers zelf wel kan zijn neergelegd.“ In januari 2002 verlaten de laatste krakers het terrein na een rechterlijke uitspraak en worden de laatste gebouwen gesloopt. Het terrein wordt onderdeel van een natuurgebied.
HFR schakelt om: afval kan naar de VS
Uit een brief van de EU (onder druk van Greenpeace openbaar gemaakt) blijkt dat de Verenigde Staten bereid zijn 800 splijtstofelementen naar de VS te vervoeren en daar op te slaan. Daardoor lijkt de opslag bij de Covra in het gebouw voor laag- en middelactief afval overbodig. Er is dan ruimte om te wachten op het gereed komen van het HABOG, het gebouw voor hoogradioactief afval. Het vervoer naar de VS is mogelijk omdat Euratom heeft laten weten de HFR gereed te maken voor het gebruik van laagverrijkt uranium, een eis van de Verenigde Staten van Amerika.
De nucleaire activiteiten van de ECN
De ECN houdt weer haar jaarlijkse open-dag. Na jaren van crisis (minder subsidies, inkrimping) klimt het onderzoeksinstituut langzaam uit het financiële dal. Het maakt publiekelijk goede sier met onderzoek naar hernieuwbare energieontwikkeling (wind/zon), maar hoewel steeds op een kleinere schaal, doet het nog steeds onderzoek naar kernenergie. Bij de poort wordt, samen met een antikernergie-ballon, informatie uitgedeeld over de nucleaire projecten van de ECN: de NRG, de HTR, CORA, RAS.
Minister EZ: sluiting Borssele “gelopen race”
In de Derde Energienota is aangekondigd dat ten minste eens in de vier jaar een energierapport zou verschijnen. In dit eerste Energierapport wordt terug gekeken naar de ontwikkelingen in de afgelopen jaren en worden lijnen uitgezet naar de toekomst.
Na de constatering dat de kerncentrale in Dodewaard reeds gesloten is en dat die in Borssele vervroegd zal worden gesloten (“niet pas in 2007, maar al eind 2003”) stelt het Energierapport: “Daarmee lijkt het hoofdstuk van de opwekking van elektriciteit via kernenergie binnen de Nederlandse context afgesloten.”
Tijdens het debat over het klimaatbeleid bleek op 1 november al dat een grote meerderheid van de Kamer voor het vasthouden aan de sluitingsdatum van Borssele is. Alleen VVD, CDA en SGP bepleiten het langer openhouden.
In het Energierapport gaan maar twee pagina’s over kernenergie, en dan in het kader van de sluiting van Borssele. Wel geeft de minister een vrij rooskleurig beeld van kernenergie, maar zegt ze: “Ik ken de politieke verhoudingen.” Ze zegt dat zelfs als er bij de verkiezingen in 2002 een meerderheid ontstaat die Borssele langer wil openhouden dat te laat is; het verlenen van een vergunning kost te veel tijd om de sluiting terug te draaien: de sluiting “is een gelopen race.”
Na de behandeling van het Energierapport van Jorritsma (EZ, VVD) op 12 december en na afloop van de ministerraad zegt minister-president Kok nog eens dat het kabinet niet van plan is de sluitingsdatum te heroverwegen.
Een half jaar eerder, op 28 juni, had Jorritsma (EZ) ook al aangegeven er niet meer in te geloven als CDA en VVD nog een poging doen om sluiting per 2004 te voorkomen. Jorritsma zegt wel iets te voelen voor het initiatief maar geen poging te gaan doen: ”ik ben het niet gewend aan dode paarden te trekken”, zegt ze.
RvS: Transport vergunningen ongeldig
Nadat eind december ‘98 transporten naar de opwerkingsfabrieken weer zijn toegestaan, vraagt Dodewaard (eigenlijk vervoerder BNFL) onmiddellijk een vergunning aan voor transport via een Nederlandse haven. Minister Pronk maakt in februari 1999 al duidelijk dat er wat hem betreft geen haast is bij het afgeven van de vergunning, maar geeft op 21 juli toch een vergunning af. De bestraalde splijtstof zal in de haven van Vlissingen worden overgeslagen op een schip dat het naar Sellafield zal brengen. Maar op 29 november vernietigd de Raad van State de transportvergunning naar Sellafield, en ook die van de HFR-brandstof naar de COVRA.
Gegevens boren gebruikt in onderzoek opslag in klei
Milieuminister Pronk zegt dat de CORA gegevens heeft gebruikt van een reguliere karderings-boring (door NITG/NTO) in Blija, Friesland, om onderzoek te doen naar Boomse klei. Die klei soort is onderwerp van studie voor “mogelijke terugneembare ondergrondse opslag van kernafval.“ De minister zegt nog wel dat bij voorbaat al vast stond dat de locatie "volstrekt ongeschikt" is. De CORA doet "niet locatie-specifiek" onderzoek naar de mogelijkheden in Nederland van terugneembare opslag van kernafval en zal eind 2000 met een eindrapport komen.
Borssele heeft weer vergunning
De Raad van State keurt twee vergunningen van Borssele definitief goed. Het gaat om de vergunningen voor de modificatie en het gebruiken van splijtstof met een hoger percentage splijtbaar uranium-235. Die werden in juni 1998 vernietigd door de Raad van State, waarna de procedure opnieuw doorlopen moest worden. De onafhankelijkheid van de Raad van State zelf, door zijn dubbelrol als adviseur van de overheid en als rechter, wordt wel ter discussie gesteld. Maar de Raad oordeelt zelf dat het als rechtscollege wel degelijk bevoegd is om over deze zaak te oordelen: de wetgever (regering en parlement) heeft de Raad van State immers aangewezen om dit soort beroepszaken te behandelen, aldus de Afdeling bestuursrechtspraak.
Rapportage storingen kerncentrales 1999
In 1999 hebben zich in de Nederlandse nucleaire installaties 14 storingen voorgedaan: 8 in Borssele, 1 in de reeds gesloten Dodewaard-centrale. Verder zijn er 5 storingen geweest bij de HFR, Covra en Urenco. Dit blijkt uit het jaarlijkse overzicht over de storingen in de kerncentrales in 1999 van de Kernfysische Dienst publiceert op 18 juli 2000.