Toch transport HFR naar Covra
Nadat in augustus de Raad van State besluit dat de in allerijl afgegeven vergunning geldig is, maakt NRG begin september bekend dat op 20 september het eerste transport naar de Covra plaats zal vinden van HFR-brandstof. Het Amerikaanse Nuclear Control Institute wijst op het feit dat in september een schip met nucleair afval van Europa naar de Verenigde Staten vertrekt waar het Nederlandse afval op had kunnen zitten. Maar de NRG zegt dat praktische problemen dat onmogelijk maken, bijvoorbeeld dat de transportcontainers niet in de VS gecertificeerd zijn (iets wat ze overigens al jaren weten). De directeur van NRG, Versteegh, laat later weten dat de belangrijkste redenen de kosten zijn: door de contracten met de Covra moet ook als het afval naar de VS gaat, de Covra betaald worden.
Zo’n 25 activisten (voornamelijk van de SP) proberen op 20 september op de snelweg bij Rilland (Zeeland) het transport te blokkeren. Maar de enorme overkill aan politie sluit de groep demonstranten op de parkeerplaats naast de snelweg in, op het moment dat het transport in de buurt komt. Tot begin november volgen nog 3 transporten.
Na 4 jaar weer transport Dodewaard
De kerncentrale in Dodewaard krijgt een nieuwe transportvergunning om de brandstof uit de stilgelegde centrale te vervoeren naar de opwerkingsfabriek in Sellafield. Via een kort geding van GKN/BNFL op 30 november wordt van WISE en Greenpeace geëist dat ze geen acties gaan ondernemen of anderen oproepen dat te gaan doen. Een nieuwe trend om te proberen bij voorbaat acties te laten verbieden. De kort geding rechter oordeelt dat acties mogen, maar doet die uitspraak pas de middag van 14 december, als het eerste transport, gehinderd door een blokkade van GroenFront, inmiddels Vlissingen heeft bereikt.
Ministerraad tegen financiering K2/R4
De ministerraad besluit tegen het voorstel van de EBRD te stemmen voor een lening aan Oekraïne voor voltooiing van 2 reactoren K2/R4 (Khmelnitsky-2 en Rovno-4). Het project is financieel onvoldoende onderbouwd; alternatieve financieringsvormen niet zijn onderzocht; er zijn leemtes in de milieueffectrapportages; en (niet nucleaire) alternatieven voor het project zijn niet serieus onderzocht. Oekraïne heeft de afgesproken sluiting van de Tsjernobyl reactoren (per 31-12-2000) steeds min of meer afhankelijk gemaakt van financiering van K2/R4.
Minister: provincie mag opslag niet verbieden
In het Provinciaal Omgevings Plan (POP) dat door de Provinciale Staten van Groningen wordt aangenomen, staat: “Kernsplijtingsafval en hoogradioactief afval mogen niet op of in de bodem worden opgeslagen. De diepe ondergrond mag niet gebruikt worden voor de opslag van radioactief afval en gevaarlijke afvalstoffen.” Daar gaat de provincie niet over en mag ze dus ook niet verbieden, vindt de minister van Economische Zaken (Jorritsma) en gaat in beroep bij Raad van State.
Rechtzaak tegen EPZ voor sluiting KCB per 2004
De Nederlandse Staat start een rechtzaak tegen EPZ om sluiting van Borssele per 31-12-2003 af te dwingen. De eerste zitting wordt pas rond de zomer van 2001 verwacht, maar langzaam druppelt er meer informatie binnen over eisen. EZ denkt sterk te staan want er zijn duidelijke afspraken gemaakt over sluiting, wil dat EPZ voorbereidingen gaat treffen voor de sluiting en eist een dwangsom van f 2 miljoen voor elke dag dat de centrale langer doordraait. EPZ stelt dat de afspraak is gemaakt met de ondertussen opgeheven overkoepelende organisatie van elektriciteitsbedrijven, de SEP, en voelt zich daaraan niet gebonden. Door de liberalisering heeft de staat niets meer te zeggen over hoe de elektriciteit wordt opgewekt, is hun standpunt. Het schaakspel gaat verder via de media.
Rapportage storingen nucleaire installaties 2000
In 2000 hebben zich in de Nederlandse nucleaire installaties 23 storingen voorgedaan: 12 in Borssele, 4 in de reeds gesloten Dodewaard-centrale. Verder zijn er 7 storingen geweest bij de ECN, HFR, Covra, HOR Delft en Urenco. Dit blijkt uit het jaarlijkse overzicht over de storingen in de kerncentrales in 2000 dat de Kernfysische Dienst publiceert op 12 juni 2001.
Rapport over terugneembaarheid
Hoewel later dan de geplande datum van september 2000, en nadat de conclusies al lang bekend zijn, wordt het CORA-rapport ‘Terugneembare berging, een begaanbaar pad?’ aan de Kamer aangeboden. Voor dit rapport zijn 21 deelonderzoeken gedaan.
De minister schrijft bij de aanbieding dat ze de ILONA heeft gevraagd over het rapport aan haar advies uit te brengen en dat ze dan met een regeringsstandpunt zal komen. De regering heeft de Commissie Opberging Radioactief Afval in 1996 ingesteld om te studeren op terughaalbare opslag van kernafval en de technische mogelijkheden onderzoeken en onderling vergelijken.
CORA heeft drie mogelijkheden voor terugneembare berging onderzocht: langdurig bovengronds en ondergronds in steenzoutformaties of in diepgelegen kleilagen.
Voor geen van de drie opties zijn er volgens het rapport “problemen naar voren gekomen die de technisch uitvoering in de weg zouden kunnen staan,” maar in dezelfde conclusie staat: “terugneembaarheid kan, volgens de huidige inzichten, alleen gegarandeerd worden voor enkele honderden jaren.” Ze constateert dat terugneembaarheid “de weerstand tegen ondergrondse berging wellicht doet verminderen“ en wordt dus als middel gezien om de publieke opinie te masseren.
De CORA zegt dat ondergrondse opslag op den duur “noodzakelijk“ is en beveelt aan het “onderzoek naar de technische en maatschappelijke aspecten van terugneembare berging (…) voort te zetten. Samenwerking met het buitenland, met name België en Duitsland, is daarbij onmisbaar.”
Maatschappelijke kwesties, zoals de invloed van de bevolking bij de besluitvorming en verantwoordelijkheid voor toekomstige generaties, komen volgens critici onvoldoende aan bod. Dat is niet verwonderlijk, gezien de ruzies die hierover zijn geweest: enkele leden van CORA wilden het eigenlijk niet over maatschappelijke kwesties hebben, maar zien kernafval uitsluitend als een technisch probleem. Het onderzoek heeft 3,5 miljoen euro gekost.
Kabinet houdt vast aan afbouw kernenergie
In het Vierde Nationaal Milieubeleidsplan (officieel: 'Een wereld en een wil: werken aan duurzaamheid'),van het kabinet wordt onverkort aan de afbouw van kernenergie vastgehouden. Wel heeft de regering uit laten rekenen dat kernenergie een bijdrage aan CO2 reductie kan leveren, maar wijst op het kernafval en de veiligheid. “Zolang die problemen niet zijn opgelost, kan kernenergie geen bijdrage leveren aan een duurzame energiehuishouding.” Het kabinet houdt ook vast aan de sluiting van Borssele in 2003.
Rechtszaak Staat/EPZ begint
Voor de rechtbank in Den Bosch is de zitting van de civiele procedure die de Staat heeft aangespannen tegen de EPZ om de kerncentrale in Borssele te sluiten voor 2004. Terwijl buiten op het plein zowel voor- als tegenstanders van kernenergie demonstreren, hoort binnen de rechter de argumenten aan die al volop in de media zijn uitgespeeld. De EPZ zegt dat er nooit een dergelijke afspraak is geweest, Als er al een afspraak was, was die tussen de Staat en de SEP, maar de SEP was niet bevoegd om EPZ te vertegenwoordigen bij een dergelijke beslissing. Ook de liberalisering maakt dat een dergelijke overeenkomst niet langer geldig zou zijn. Maar dat gaat niet op volgens de landsadvocaat want die liberalisering was al ingezet in 1994 en de bedrijven hadden dat kunnen zien aankomen: er is een afspraak gemaakt en alle partijen stemden daar mee in.
Pleitnota van de landsadvocaat
Pleitnota van de EPZ
Afvalbeleid van EZ naar VROM
Tot nu toe is de primair verantwoordelijke voor het onderzoek op het gebied van radioactief afval het ministerie van EZ. Dat is “te begrijpen vanuit het historisch gezichtspunt, waarbij Economische Zaken pleitbezorger was van de introductie van nucleair elektriciteitsvermogen.” Maar dat gaat nu veranderen: “Inmiddels kan geconstateerd worden dat Economische Zaken –zeker na de liberalisering van de elektriciteitsmarkt- niet langer een brandstofinzetbeleid voor de elektriciteitsproductiesector kent en daarmee ook niet langer pleitbezorger is voor de inzet van nucleair vermogen. Daarmee is het radioactief afvalbeleid –net als het overige afvalbeleid- er veeleer een geworden dat primair dient te vallen onder de beleidsverantwoordelijkheid van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.” EZ blijft echter wel primair verantwoordelijk voor het energiebeleid en dus ook voor kernenergie.