Locatiekeuze

discussie over en procedures om een specifieke locatie te vinden voor een specifieke bezigheid

ASEV: 10 locaties in aanmerking voor bouw

Locaties voor kerncentrales
9 februari 1977

Het Aanvullend Structuurschema Elektriciteitsvoorziening (ASEV) verschijnt met een lijst van 10 mogelijke locaties voor kerncentrales: Eemshaven, Urk, Ketelmeer, Flevopolder, Wieringermeer, Maasvlakte, Tholen, St. Philipsland, Borssele, Bath/Hoedekenskerke Volgens de criteria bevolkingsdichtheid, beschikbaarheid van koelwater en inpassing in de structuur van de elektriciteitsvoorziening gaat de voorkeur uit naar Eemshaven, Urk, Ketelmeer, Wieringermeer en Bath/Hoedekenskerke. Het in juli 1975 gepubliceerde deel A noemde ook nog de nu afgevallen locatie Diemen. Dit betekent dat uit deze 10 een keuze gemaakt moet worden, als er gekozen wordt voor de bouw. Dit kabinet heeft die beslissing uitgesteld tot een volgend kabinet. Tot 1 juli komt er nu een inspraakronde.
Een paar dagen voor de voorlichtingsavonden zouden beginnen (op 13 april), besluit het demissionaire kabinet die uit te stellen tot juni en de termijn voor inspraak tot 1 september. Er is veel kritiek op de ASEV voorlichtingsbrochure ‘Plaatsen voor kerncentrales en wat u daar over te zeggen hebt’. Zo staat bij de gevolgen van een ongeluk bijvoorbeeld dat het aantal “directe sterfgevallen“ een “bruikbare graadmeter“ is.




Vijf zoutkoepels geselecteerd

18 juni 1976

Minister Lubbers van Economische Zaken (EZ) schrijft een brief aan het College van Gedeputeerde Staten van Groningen en Drenthe, waarin wordt meegedeeld dat vijf zoutkoepels in aanmerking komen voor proefboringen voor opslag van kernafval: Gasselte, Schoonlo, Pieterburen, Onstwedde en Anlo. Overal in de provincies Groningen en Drenthe komt het meteen tot de oprichting van actiegroepen. Het is onduidelijk waar de rangorde van de opslagplaatsen op gebaseerd is. Er zijn wel zogeheten criteria voor de keuze van de zoutkoepels, maar de lijst met criteria roept veel vraagtekens op. Alles zal “geschieden in nauw contact met de betrokken provinciale en gemeentelijke autoriteiten”. De provincies Groningen en Drenthe laten Lubbers weten dat ze tegen proefboringen zijn en op 11 augustus blijkt dat de betrokken gemeentes officieel nog van niets weten. Pas op 3 februari 1977 zal Lubbers voor de eerste maal een brief hierover naar de gemeentes sturen. De regering laat (in december) weten haast te hebben met de proefboringen vanwege de plannen om drie kerncentrales te bouwen.




"Plaatsen voor kerncentrales"

maart 1976

De Ministeries van EZ en Volkshuisvesting gaan gewoon door met de procedures om vestigingsplaatsen voor kerncentrales te vinden. De brochures ‘Plaatsen voor kerncentrales’ en het ‘Aanvullend Structuurschema Elektriciteitsvoorzieningen’ (ASEV) worden gepubliceerd. De milieubeweging acht de voorlichting in de brochures “eenzijdig, onvolledig, onjuist en onduidelijk”.




Inhoud syndiceren