Aanvraag opslag splijtstof in LAVA-gebouw
“Begin dit jaar werd duidelijk dat niet langer gerekend mag worden op afvoer van de gebruikte splijtstofelementen van de onderzoeks-reactoren in ons land naar de VS”, zegt minister De Boer (VROM) en daarom is er door de eigenaar van de HFR een vergunning aangevraagd voor de opslag van hoogradioactieve splijtstof (in transportcontainers) in gebouwen van de Covra voor laag- en middenactief afval. De minister weet nog niet of dat acceptabel is: “een oordeel is pas mogelijk als alle elementen die vereist zijn voor de beoordeling (…) beschikbaar zijn.“ Covra zit in financiële problemen door minder afval dan begroot. Op 15 augustus is er een vergunning aangevraagd voor de bouw van een bunker voor de opslag van hoogradioactief afval (de HABOG). Met de bouw is ongeveer 275 miljoen gulden gemoeid.
Verkoop Kalkar aan Nederlandse zakenman
Op 17 februari zijn in Duitse kranten advertenties gezet waarin het terrein, inclusief gebouwen, van de niet in bedrijf genomen Duits-Nederlands-Belgische kweekreactor Kalkar te koop wordt aangeboden.
Op 4 november tekent uiteindelijk een Nederlandse zakenman de koop-akte. Verkoopprijs is naar verluid ongeveer 10 miljoen gulden, de verkoop van op het terrein opgeslagen oud-ijzer zou al meer opbrengen. Omdat de reactor nooit is geladen is er geen sprake van radioactieve besmetting.
De zakenman gaat er een pretpark van maken: Kalkar Kernwasser Wunderland.
Vergunning voor conversie IRI-Delft
De TU in Delft vraagt een vergunning aan voor omschakeling van de IRI- reactor op laagverrijkt uranium. Dit is de belangrijkste voorwaarde van de VS, die weigeren hoogverrijkt uranium te leveren en ook het afval terug te nemen. Daardoor is al een probleem ontstaan met de opslag van de brandstof in Delft, maar omdat als een soort noodsituatie de VS in 1994 alsnog 33 elementen terugnamen, hoeft de reactor niet stilgelegd te worden.
Hoogverrijkt uranium is eenvoudig te gebruiken in kernwapens en daarom hebben de VS al sinds 1977 een beleid om onderzoeksreactoren die zij van brandstof voorzien om te laten schakelen naar laagverrijkt uranium. Dat geldt ook voor de HFR.
Energienota: bouw kerncentrales niet aan de orde
De Derde Energienota (1996) van EZ-minister Wijers (Kabinet Kok-I) betekent ook een trendbreuk: enerzijds omdat gesteld wordt dat er geen sprake is van schaarste, maar dat de nota noodzakelijk is door de veranderde verhouding tussen economie en milieu en de politieke wens concrete stappen te zetten naar een duurzame energiehuishouding. Daarnaast “nopen internationale ontwikkelingen in de richting van meer marktwerking en globalisering tot een heroriëntatie op de rol van de overheid bij het energiebeleid.“ Wijers ontwikkelt een tweesporenbeleid: duurzame energiehuishouding en meer marktwerking (waar hij een groot voorstander van is).
Er worden ook concrete doelen benoemd: 30% energiebesparing in de komende 25 jaar en van de hele energieproductie moet in 2020 10% duurzaam geproduceerd worden (voor elektriciteit betekent dat 30%). Verder moet de overheid meer ruimte geven aan de markt.
Nieuw vermogen zal vooral gericht zijn op schone technologie, alhoewel er ruimte blijft voor nieuw kolenvermogen. De bouw van nieuwe kerncentrales in de komende jaren is niet aan de orde. Door onderzoek wordt evenwel de mogelijkheid opengehouden om in de volgende eeuw desgewenst “op de trein te kunnen stappen.“
In aanloop naar de energienota laat Wijers weten niet te willen tornen aan de afgesproken sluitingsdatum van Borssele (1-1-2004). CDA en VVD willen “het verbod over nadenken over kernenergie“ opheffen, en vinden dat de regering “het lef moet hebben“ het een jaar daarvoor genomen besluit te herzien.
Omdat de rol van de overheid anders wordt en meer ruimte gegeven moet worden aan de markt, is er, volgens de minister, ook niet de noodzaak voor uitgebreide energienota’s. De algemene ontwikkelingen op de energiemarkt zouden iedere vier jaar moeten worden geanalyseerd in een Energiebericht. Maar, omdat de Kamer dat te bescheiden vindt, het lijkt te veel op ‘weerbericht’, wordt er ‘Energierapport’ van gemaakt.
In maart, bij het kamerdebat over de Energienota, stelt Wijers 19 miljoen beschikbaar voor kernenergieonderzoek, maar schrapt geld voor PINC (Programma Instandhouding Nucleair Competentie). De coördinator van PINC doet een dringend beroep op de Kamer omdat anders Nederland “in de toekomst niet meer op een rijdende trein kan springen.“
Rapportage storingen in kerncentrales 1995
In 1995 hebben zich in de Nederlandse kerncentrales 22 storingen voorgedaan: 8 in Borssele, 14 in Dodewaard. Dit blijkt uit het jaarlijkse overzicht over de storingen in de kerncentrales in 1995 van de Kernfysische Dienst publiceert op 23 juli 1996.
Geen onderzoek kankersterfte rond Borssele
Opnieuw komt er geen onderzoek naar de vermeende hogere kankersterfte rond de centrale in Borssele. Burgemeester Mandos is niet van plan een dergelijk onderzoek in te stellen. Ook in 1979 waren er al speculaties over hogere kankercijfers, maar ook toen is er geen onderzoek gedaan. Probleem is dat gegevens niet gedetailleerd (genoeg) bijgehouden en verzameld worden. De Interregionale Kanker Registratie (IKR) kan wel gegevens produceren, maar alleen per gemeente en dan ook nog vaak alle kankers onder een noemer.
Geen bezwaar tegen Russisch HEU
Hoewel Nederland het Amerikaanse beleid zegt te steunen om onderzoeksreactoren om te laten schakelen naar het gebruik van het minder proliferatie-gevoelige laagverrijkt uranium, zegt ze ‘geen bezwaar’ te hebben tegen de aankoop van hoogverrijkt uranium van Rusland door Euratom voor de HFR. Dit onderzoekt Euratom juist om de gevolgen van het Amerikaanse beleid ongedaan te maken, want de VS levert sinds 1992 geen brandstof meer en “de voorraden raken op”, aldus minister Van Mierlo (BuZa). De VS laat een paar dagen later weten bereid te zijn het afval gedurende een periode van 13 jaar terug te nemen, op voorwaarde dat de HFR toezegt (en overeenkomst tekent) om te schakelen naar gebruik van laagverrijkt uranium. De exploitanten gaan daar niet op in en daarmee lijkt conversie naar LEU weer meer van de baan.
Gedoogvergunning voor Covra
Er is weer een gedoogvergunning afgegeven. De ministers van EZ, VROM, SZ en V&W hebben de Covra toestemming gegeven door te draaien hoewel het bedrijf op een aantal onderdelen niet (meer) voldoet aan de in 1989 afgegeven vergunning. Maar de ministers achten het niet wenselijk om de installatie stil te leggen of de “strikt genomen illegale toestand“ stilzwijgend te laten voortduren. De COVRA heeft al wel om een wijziging van de vergunning gevraagd,waarbij de nu gedoogde zaken ‘meegenomen’ zullen worden. Het gaat bij het gedogen o.a. om de opslag van afval dat volgens de vergunning niet opgeslagen mag worden; om meer afval dat verwerkt wordt dan toegestaan en verder blijkt de verwerkingsinstallatie anders uitgevoerd te zijn dan volgens de vergunning zou moeten.
Molybdeen-fabriek gestart
De molybdeen-fabriek in Petten is af en start met de testperiode. De minister van Volksgezondheid Borst, zegt op het laatste moment af voor de officiële opening. De bouw is “tientallen miljoenen“ duurder dan gepland en het afval moet meteen naar de Covra, ECN heeft geen toestemming voor tussenopslag.
De ECN heeft een contract afgesloten om in Dounreay (UK) uranium ’targets’ te leasen voor de productie van Molybdeen. Deze targets gaan dan ook weer terug naar Dounreay voor opwerking, nadat er in Petten het Mo-99 is uitgehaald. Door de slechte naam van Dounreay is er veel kritiek op het contract, maar minister Wijers (EZ) “ziet geen reden actie te ondernemen.“
De testfase van de fabriek in Petten voor Mo-productie verloopt niet zonder problemen, in oktober zijn er “twee of drie keer“ atmosferische lozingen. Te weinig om te melden, zegt Mallinckrodt, want onder de norm. Waarschijnlijk zal de fabriek in maart ‘97 echt gaan produceren.
Activisten op koepel HFR
Vijftien activisten van Greenpeace lukt het om op de koepel van de HFR te klimmen. De actie, een blamage voor de beveiliging van de reactor, vindt plaats precies tien jaar na het ongeluk in de reactor van het Oekraïense Tsjernobyl. Op de koepel wordt een groot spandoek gehangen: “Tsjernobyl kan overal.“ Alle activisten worden gearresteerd, maar na korte tijd vrijgelaten. Volgens een ECN-woordvoerder was de veiligheid van de reactor niet in het geding, omdat het onmogelijk is “vanaf de koepel de bedrijfsvoering te verstoren.“ In november 1988 lukte het een groep mariniers om de centrale snel te overmeesteren en bij de splijtstofsluis te komen. Als reactie daarop zegde minister De Korte (EZ) toe dat de reactor binnenkort ‘ondoordringbaar’ zou zijn.