Ontwerp Kernenergiewet
Een eerste ontwerp van een Kernenergiewet wordt aangeboden aan de Tweede Kamer. Bij de debatten speelt de beschermingsaspecten van de Wet wel een rol, maar de discussie gaat toch vooral over of het beleid inzake de kernenergie (en daarvoor het ondersteunend instrumentarium van de Wet) wel voldoende stimulerend werkt voor de bevordering van kernenergie en of Nederland internationaal “niet de boot mist“.
Geen geld voor kernonderzeeër
De Nederlandse gezant in Washington besluit de Amerikanen mee te delen dat het de wens van de Koninklijke Marine is de aankoop van de kernonderzeeër(s) "te temporiseren". Nederland zou helemaal niet aan haar verplichtingen kúnnen voldoen, mochten de Amerikanen nu positief besluiten. Daar ziet het weliswaar niet direct naar uit, maar het Nederlandse gezichtsverlies zou zeer groot zijn: er is zeker tot 1963 geen geld. Hoewel dat al lang duidelijk is, wordt nu het besluit genomen dit toch mee te delen voordat de Amerikanen er zelf achter zullen komen. Nederland moet zich nog wel een standje laten welgevallen, en Minister van Buitenlandse Zaken Luns geeft de Amerikanen nog mee dat de belangstelling “onverflauwd” is en van uitstel geen afstel mag komen.
LFR voor het eerst kritisch
De Lage Flux Reactor (LFR) wordt op het terrein van het RCN voor het eerst kritisch. Nadat op 24 september 1959 was besloten een kleine reactor te kopen, als aanvulling op de HFR, eind 1959 besloten was dat het een Engels Argonaut-type zou worden, was op 4 maart 1960 het contract voor de bouw van de JASON reactor ondertekend. De reactor wordt eigenlijk gekocht om het moreel van het RCN-personeel op te vijzelen, door problemen met de bouw van de HFR. De reactor (maximaal 10KW) wordt heel goedkoop aangeboden (’n half miljoen gulden), omdat het reactortype (Argonaut, genaamd JASON) niet goed verkoopt. In iets wat eigenlijk niet meer dan een schuurtje is wordt de LFR snel in bedrijf gesteld, want “er waren wel projecten te bedenken die beter met zo’n eenvoudige reactor konden worden gedaan dan met de HFR” en ook was de reactor bedoeld als onderwijsreactor, ‘fool and professor proof’ en zou goed van pas komen bij opleiding van HFR-personeel. Dit is in feite Neerlands’ eerste reactor. De LFR komt in augustus 1962 in z’n definitieve behuizing in het Fermi-gebouw. De reactor gebruikt splijtstof met 90% U-235.
Ultracentrifugeonderzoek onder vuur
Dagblad De Waarheid (het orgaan van de Communistische Partij Nederland) komt met onthullingen over het ‘A-bom-onderzoek’ in Amsterdam en het oorlogsverleden van prof. Kistemaker die het ultra-centrifuge project in de gebouwen van de FOM aan de Kruislaan in Amsterdam-Oost leidt. Kistemaker wordt beticht tijdens de oorlog voor het Duitse Cellastic te hebben gewerkt en nog steeds samen te werken met Duitse (oud) nazi’s aan onderzoek “gewenst door de Duitse revanchisten”.
De weken daarna zijn er in De Waarheid steeds ‘nieuwe’ onthullingen over de “Duitse revanchisten die in Amsterdam aan hun atoombom werken“. De CPN geeft een brochure uit over het oorlogsverleden van Kistemaker en het onderzoek: ‘Kistemaker en de Duitse A-bom’. Het protest culmineert in een grote demonstratie van duizenden mensen op 26 november onder het motto: “Voor een Atoomvrij Nederland - Geen hulp aan Duitse Revanchisten.”
De affaire en publicaties worden door de rest van de media vrijwel volledig doodgezwegen en afgedaan als “communistische propaganda” in de hoogtijdagen van de Koude Oorlog. Pas later, in 1971, als het boek van Wim Klinkenberg verschijnt (De ultracentrifuge 1937-1970. Hitlers bom voor Strauss?), hoort het niet-communistische deel van Nederland over het onduidelijke oorlogsverleden van ‘de vader van de Nederlandse kernenergie’.
Hoogverrijkt uranium voor KEMA
KEMA koopt 3 kilo 90% verrijkt uranium van het Amerikaanse bedrijf Mallinckrodt. Dit hoogverrijkt uranium is voor de subkritische nulenergie-reactor (een uitgebreide lab-opstelling) de vanaf 1957 functioneert. In eerste instantie gebruikt men hiervoor een suspensie van natuurlijk uranium en natuurlijk thorium, maar vanaf 1959 is men overgestapt op 20% verrijkt uranium. Vanaf 1963 gaat men het onderzoek uitvoeren met het hoogverrijkt uranium.
Twijfel over veiligheid KSTR
Er heerst ernstige twijfel bij Neratoom over de veiligheid van de te bouwen suspensiereactor op het KEMA-terrein, maar gezien (mogelijke orders voor) de komende bouw van de 50 MW reactor acht men “tegenwerking van de SEP ongewenst“. In de aandeelhouders vergadering van Neratoom wordt door de afgevaardigde van de Marine gezegd dat de bouw van een dergelijke reactor in zo’n dicht bevolkte omgeving, gezien de ongelukken met een dergelijke reactor in het Amerikaanse Oak Ridge “levensgevaarlijk” is.
Oprichting Atoomforum
In Den Haag wordt op initiatief van een aantal industrieën en het RCN het Nederlands Atoomforum opgericht. Het zal zich bezig houden met het organiseren van bijeenkomsten, discussies en tentoonstellingen en het verstrekken van informatie. Het Atoomforum zal in Nederland slechts een marginale rol gaan spelen.
ITAL Europees onderzoeksinstituut
Door het ITAL in Wageningen wordt een samenwerkingscontract met Euratom getekend voor de duur van 20 jaar. ITAL wordt een Europees onderzoeksinstituut en 2/3 van de kosten (oa. van de BARN-reactor) worden door Euratom gedragen.
HFR wordt Euratom-reactor
Nederland tekent een overeenkomst met Euratom om de HFR over te dragen aan Euratom als GCO (Gemeenschappelijk Centrum Onderzoek). De reactor zal worden overgedragen zodra het reactorvat (dat afgekeurd is, maar waar de reactor wel mee zal worden opgestart) is vervangen en de goede werking van het nieuwe vat is aangetoond. Op grond van een civielrechtelijke overeenkomst met Euratom blijft RCN belast met de bedrijfsvoering van de reactor.
Advies: voortzetting centrifuge onderzoek
De Minister van Economische Zaken, De Pous, heeft de Commissie Tromp (de commissie voor de Nucleaire Industriële Ontwikkeling; de voorloper van de IRK -Industriële Raad voor de Kernenergie) opgedragen een evaluatie van het ultracentrifugeproject te verrichten. Op 28 juli adviseert de Commissie Tromp tot voortzetting van het UC-project. Het project gaat nu het stadium van de technische ontwikkeling in.