Beginselverklaring internationale samenwerking
Naar aanleiding van de stellige presentatie over de bouw van een verrijkingsproeffabriek op een congres over isotopenscheiding in Turijn op 1 oktober, starten de onderhandeling tussen West-Duitsland, Verenigd Koninkrijk en Nederland over samenwerking bij de verrijking van uranium. De plannen zijn echter niet zo concreet als ze in Turijn gepresenteerd werden. In Den Haag wordt eind november in beginsel overeenstemming bereikt over deze samenwerking. In het voorjaar van 1969 zullen de ministers die vertegenwoordigd zijn weer bijeenkomen in Londen.
Proefopstelling ontploft
Een paar weken nadat een beginselverklaring voor internationale samenwerking op het gebied van uraniumverrijking door centrifuges is getekend, imploderen in de proefopstelling in Duivendrecht alle 70 centrifuges in een keer door een gas-inbreuk. Dit ongeluk wordt in elk geval een jaar lang, het jaar waarin onderhandeld wordt over samenwerking met West-Duitsland en Engeland, door Nederland voor de onderhandelingspartners geheim gehouden.
Wat er precies gebeurt, is onduidelijk, er is ook maar een enkele bron (een interne FOM geschiedschrijving door Prof. Kistemaker), maar te herleiden is het volgende: bij het ‘supersoon’ (sneller dan het geluid) draaien van de centrifuges ontstaan schokken en knallen. Die schokken moeten worden gedempt door flexibele metalen, maar dat gebeurt vrijwel zeker niet (voldoende). In de centrifuges zijn enkele kilo’s (lichtradioactief) uraniumhexafluoride aanwezig, maar de gevolgen zijn onbekend. Het is logisch dat het giftige en prikkelende waterstoffluoride is ontstaan (vergelijkbaar met chloor), maar een risico-inschatting is niet te maken met de weinige gegevens. De geheimhouding is interessant, maar onduidelijk op welk niveau genomen: ook in Nederland zelf stond het dure project zwaar onder druk.
Pechiney vestigt zich in Sloegebied
Het Franse bedrijf Pechiney, deelt mee dat ze een aluminiumfabriek willen gaan bouwen in het Sloegebied in Vlissingen. Omdat de nationale en provinciale overheden bang zijn dat de ontwikkeling in het Sloe gaat stagneren worden allerlei industrieën benadert om zich daar te vestigen. Een jaar lang is er door de minister van EZ, De Block, gepraat met Pechiney over de levering van goedkoop aardgas, maar eind 1968 waren die besprekingen afgeketst, naar men zei omdat de regeling alleen voor bedrijven in Noord-Nederland geldt. Echter, waarschijnlijker is dat toen achter gesloten deuren al besloten is de geplande kerncentrale in het Sloegebied te bouwen en dat PZEM goedkoop de elektriciteit zou gaan leveren aan Pechiney. Naast de goedkope stroomcontracten (een kwart of minder van wat de Zeeuwse burger betaalt krijgt Pechiney nog een vestigingssubsidie van f 60 miljoen. Drie eerdere pogingen van Pechiney om zich te vestigen in Nederland werden afgewezen, volgens een onderzoek uit 1986, omdat EZ geen tweede aluminiumfabriek in Nederland wenste naast Hoogovens-dochter Aldel.
Bouw ATHENE gereed
De bouw van de ATHENE-reactor van de TH Eindhoven is al in maart ’68 gereed, maar de reactor wordt door allerlei organisatorische problemen, zo geeft de gemeente Eindhoven pas op 21 januari de hinderwetvergunning af, nu pas voor het eerst kritisch. De reactor heeft een (laag) vermogen van 10 kW (thermisch) en gebruikt splijtstof met een verrijkingsgraad van 93,3 % U-235. De kosten van de bouw zijn ongeveer f 5,5 miljoen.
Isotopen betrokken bij brand in trein
De passagierstrein uit Amsterdam vliegt in de buurt van Leeuwarden in brand. In de goederenwagon zit een zending radioactieve isotopen van het RCN voor een laboratorium, zonder dat het treinpersoneel daarvan op de hoogte gesteld is. Bij het blussen zijn 15 brandweerlieden betrokken die licht radioactief besmet zijn, omdat ze zonder het te weten, niet op de juiste afstand van de wagon zijn gebleven. Later worden ook nog passagiers die in de trein zaten opgeroepen zich te melden.
Internationale samenwerking verrijking
Britse, Nederlandse en West-Duitse ministers bereiken in Londen “op grond van het gunstig uitgevallen voorbereidende technische onderzoek“ overeenstemming over een plan voor de gezamenlijke productie van verrijkt uranium. De eerste paal voor het project zal begin april geslagen moeten worden. De tollenfabriek die de ultracentrifuges gaat fabriceren moet vanaf begin 1970 gaan leveren. De verrijkingsfabriek, de proeffabriek SP1, moet 1 juli 1971 gereed zijn om met de productie van splijtstof te beginnen. Beide fabrieken worden ondergebracht in nieuwe gebouwen, het is echter nog niet bekend waar ze komen. Hoewel ook Zuid Limburg (een gebied ten zuiden van de Rijksweg Gulpen-Maastricht) kandidaat is voor de uraniumfabriek wordt al heel snel Almelo gekozen voor de vestiging van zowel de centrifugefabriek als van de verrijkingsfabriek. Redenen om voor Almelo te kiezen zijn de bijzonder vaste en trillingsvrije ondergrond en de aanwezigheid van fijnmechanische industrieen die ook deelnemen in het bedrijf.
Dodewaard officieel geopend
Nadat de kerncentrale in Dodewaard op 24 juni 1968 voor het eerst kritisch is geworden is nu de officiële ingebruikstelling. Dit is ook meteen het eerste incident van de centrale. Met het terugtrekken van de regelstaven uit de kern veroorzaakt koningin Juliana een te snelle toename van de kernsplijting. Het hoofd van de centrale grijpt in en de reactor wordt onmiddellijk stilgelegd.
De 50 MW General Electric centrale is voor een groot deel gebouwd met Nederlandse technologie: Philips bouwde (helemaal betaald door de overheid) de splijtstofelementen (de splijtstofstaven komen van NUKEM); de regelstaven zijn geleverd door Hollandse Signaalapparaten; het reactorvat door RDM (waar ze een flinke staatssubsidie voor krijgen) en de turbine-installatie door Stork. De kosten zijn nogal gestegen; waren ze in 1962 geschat op f 95 miljoen, in 1964 was dat al gestegen tot bijna 110 mln.; in 1967 tot 135 mln. en in 1968 zelfs tot 145 miljoen gulden. De GKN zelf schat in een brochure bij de officiële opening (maart 1969) de totale kosten op f 140 miljoen.
PZEM kiest voor Siemens/KWU
De dag nadat de PZEM officieel bekend maakt een 450MW PWR te bouwen in het Sloegebied (Borssele) voor de productie van elektriciteit voor de aluminiumfabriek van Pechiney en geen conventionele centrale, maakt PZEM bekend dat ze voor de bouw ervan kiest voor het Duitse bedrijf Siemens (feitelijk KraftWerk Union). De teleurstelling in de Nederlandse industrie is groot en er heerst ook boosheid en verbazing: hoe is het mogelijk dat een klein elektriciteitsbedrijf als PZEM (niet eens lid van de SEP, maar wel van de GKN) zulke beslissingen met zulke verstrekkende gevolgen voor de industrie zelfstandig kan nemen? PZEM verklaart dat de offerte van Siemens 10 % goedkoper (f 250 miljoen DM, volgens het blad Atomwirtschaft in 1970) is dan die van Westinghouse/Neratoom en dat er afspraken zijn dat 70% van de orders naar Nederlandse industrie moet gaan. Het Nederlandse bedrijfsleven vindt dat ze onheus is bejegend en het blijkt dat de overheid geen machtsmiddel heeft om PZEM op andere gedachten te brengen. Ook blijkt dat de SEP niet al te veel druk heeft utgeoefend op PZEM om de order aan een Nederlands bedrijf te gunnen. Door de ‘affaire Borssele’ zullen de verhoudingen ingrijpend veranderen; te beginnen met de elektriciteitsbedrijven die een groot deel van hun zelfstandigheid verliezen.
Deze beslissing om voor KWU (op 1 april gestart als dochter van Siemens en AEG) te kiezen wordt gezien als het einde van de pogingen om een zelfstandige Nederlandse nucleaire industrie op te zetten. Neratoom valt langzaam uit elkaar en deelnemende bedrijven spelen hun kaarten individueel uit, zo heeft Stork al een samenwerking met Siemens afgesloten voor de levering van het turbinegebied. Borssele is de eerste exportreactor van Siemens en om die doorbraak te maken is de aanbestede prijs laag. Twee maanden later (op 2 juli) wordt de eerste paal voor de kerncentrale al geslagen!
Optie voor Borssele-II
Tegelijkertijd met de order voor de bouw van Borssele neemt de PZEM een optie voor een tweede kerncentrale van Siemens. Siemens (dat fuseert met AEG tot KraftWerk Union –KWU) is blij, zo blijkt later, dat de optie niet werd geconcretiseerd omdat die zeker verliesgevend zou zijn geweest.
Bouw in Almelo begint
Het ultracentrifuge project is nu zover gevorderd met onderzoek, dat tot de bouw van een proeffabriek is besloten. In Almelo wordt (op het op 12 maart door Philips aangekochte 11 hectare grote terrein), de eerste paal geslagen voor de bouw van een installatie voor het vervaardigen van centrifuges voor de te bouwen proeffabriek SP1 (Separation Plant 1). De totale kosten van de proeffabriek SP1 worden dan geschat op 45 miljoen gulden.