Selectie zoutkoepels
Op antwoorden op kamervragen over onderzoek in het stroomdal Drentse Aa, zegt de minister van EZ (Lubbers) dat “het onderzoek naar de mogelijkheden tot het ondergronds opbergen van radioactief vast afval is gevorderd tot een voorlopige selectie van een aantal mogelijke vestigingsplaatsen.“ Deze zullen “in samenwerking met de betrokken autoriteiten en instanties nog op hun planologische mogelijkheden onderzocht moeten worden.“
Gemeenten tegen kerncentrale Maasvlakte
Rotterdam en Rijnmond wijzen voorlopig de bouw van een kerncentrale op de Maasvlakte af. Ze vinden dat de bewoners van het Rijnmondgebied door de concentratie van zware industrie al zwaar genoeg is belast. Eerder (april) hadden de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland zich uitgesproken voor een kerncentrale, daarmee een advies van de PPD (Provinciale Planologische Dienst) tegen de komst naast zich neerleggend. Provinciale Staten vinden de stellingname van GS voorbarig zonder dat er in de PS is over gesproken en hebben (eind april) een motie aangenomen tegen de komst.
Overzicht storingen in de kerncentrales 1974
Overzicht van de storingen die bekend zijn geworden in de Nederlandse kerncentrales in het afgelopen jaar: In totaal zijn er dat tien, vier in Dodewaard en zes in Borssele. Vanaf 1980 zal er, op verzoek van het parlement, een jaarlijks overzicht komen gemaakt door de Kernfysische Dienst. We staan niet in voor de volledigheid van de door ons uit openbare bronnen samengestelde overzichten tot 1980.
Provincie nu ook tegen locatie Maasvlakte
De Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland is nu tegen de komst van een kerncentrale en weigert mee te werken aan de bouw. Dat laat ze de vaste Kamercommissie van EZ weten: “Zolang de problemen ten aanzien van thermische vervuiling, afvalstoffen en beveiliging in het algemeen niet afdoende zijn opgelost, zullen we niet meewerken aan de bouw van kerncentrales.“ GS sluit zich hiermee aan bij de Gemeente Rotterdam en de Rijnmond-raad die dat eerder al hadden besloten. De Maasvlakte is een van de mogelijke locaties voor de nieuwe kerncentrales.
Nederland ratificeert nu pas NPV
Omdat Nederland graag wil zijn bij de eerste Toetsingsconferentie van het Non-Proliferatie Verdrag (een evaluatie die elke 5 jaar plaats vindt) gaat de Tweede Kamer in alle haast akkoord met ratificatie van het al in augustus 1968 door Nederland ondertekende verdrag. Dat heeft zo lang geduurd door de Euratom-IAEA onderhandelingen over allerlei verificatie maatregelen en inspecties. Ten aanzien van het laatste punt wordt in de op 5 april 1973 getekende overeenkomst gesteld, dat IAEA-inspecteurs zich in het algemeen zullen beperken tot observatie van de werkzaamheden van Euratom-inspecteurs. De inspecteurs van de IAEA kunnen slechts onder bepaalde omstandigheden zelfstandig ‘bijzondere inspecties’ uitoefenen. Het Euratom-IAEA verdrag treedt pas op 21 februari 1977 in werking.
Het is wel zo dat Nederland vanaf moment van ondertekening (van het NPV) gehouden is zich overeenkomstig het Verdrag te gedragen totdat ratificatie een feit is. Mocht het Verdrag onverhoopt dan door het parlement verworpen zijn en gaat daardoor ratificatie niet door, dan is pas daardoor een land alsnog ontheven van zijn verplichtingen voor de toekomst. Probleem is wel dat tot ratificatie er geen IAEA-controles plaats vinden. Voor Nederland geld echter sowieso de Euratom-controle. Een belangrijk verschil tussen die twee is dat de IAEA (eventuele) overtredingen aan de VN-veiligheidsraad rapporteert en bij Euratom is de hoogste instantie de gezamenlijk betrokken landen. Wanneer bij dubieuze praktijken de Euratom landen elkaar dekken, is dat het eindstation.
Bijna helft geen mening over kernenergie
45% van de Nederlanders heeft nog nooit van kernenergie gehoord, kan het niet schelen of heeft er geen mening over; 32% is tegen de bouw van meer kerncentrales en 23% voor. Dit blijkt uit een opiniepeiling van NIPO in opdracht van het nauw aan de nucleaire industrie gelieerde bureau Ellens. Het RCN publiceert de uitkomsten toch nog positief met de kop: “Geen meerderheid Nederlandse bevolking tegen kernenergie.“
Voorstel: verbreding RCN tot ECN
Terwijl minister van EZ Lubbers nog 3 kerncentrales wil bouwen, besluit het Kabinet Den Uyl tot verbreding van het onderzoeksterrein van het RCN met allerlei andere "alternatieve" energieonderwerpen. De Ministerraad bespreekt een voorstel van minister Trip (PPR -Wetenschappen) en de LSEO (in 1974 ingestelde Landelijke Stuurgroep Energie Onderzoek olv Van Gool) om te komen tot een Energieonderzoek Centrum Nederland.
Nederland verlaat Eurochemic
De Regering laat weten "eenzijdig afstand te doen van haar rechten als aandeelhoudster van Eurochemic" (die ze in 1957 is aangegaan). De opwerkingsfabriek is in 1974 stilgelegd. Op 5 juli wordt dat aanvaard door de vergadering van aandeelhouders en verlaat Nederland het zinkende Eurochemic schip dat in juli 1982 de fase van liquidatie ingaat. Hoeveel het Eurochemic-avontuur Nederland in totaal heeft gekost is onbekend, maar in 1969 was dat al f 12 miljoen. Dodewaard heeft er 8 ton brandstof laten opwerken, goed voor 50 kilo plutonium en ook brandstof uit test-reactoren is er opgewerkt. Doordat Nederland nu (al) Eurochemic verlaat, is er geen verplichting mee te betalen aan de ontmanteling en ook het radioactief afval blijft in België achter.
Fusie voor kerncentrale
Er blijken fusieplannen te zijn tussen PZEM, PNEM en PLEM die de bouw van een tweede kerncentrale in Zeeland makkelijker moeten maken. De motieven worden nooit duidelijk genoemd, maar worden wel duidelijk als januari 1976 de fusieplannen worden gestaakt nadat het kabinet Den Uyl besloten heeft om voorlopig geen kerncentrales te bouwen.
Wetenschapsbudget
Met prinsjesdag blijkt uit het wetenschapsbudget voor 1976 van minister Trip dat het budget voor kernenergie voor het eerst zal gaan afnemen. Voor 1976 is een bedrag van f 46,5 miljoen beschikbaar voor energieonderzoek. Dit bedrag (minder dan de ongeveer 80 miljoen in de jaren daarvoor) gaat nog wel helemaal (100%) naar kernenergie. Dit is exclusief de kosten voor Kalkar en de UCN. Voor andere bronnen dan kernenergie is er dan dus nog niets beschikbaar, maar dat moet veranderen nu het RCN omgetoverd wordt tot het ECN. De minister verwacht dat in 1979 f 55,- miljoen voor onderzoek naar andere energievormen beschikbaar zal zijn.