"Plaatsen voor kerncentrales"
De Ministeries van EZ en Volkshuisvesting gaan gewoon door met de procedures om vestigingsplaatsen voor kerncentrales te vinden. De brochures ‘Plaatsen voor kerncentrales’ en het ‘Aanvullend Structuurschema Elektriciteitsvoorzieningen’ (ASEV) worden gepubliceerd. De milieubeweging acht de voorlichting in de brochures “eenzijdig, onvolledig, onjuist en onduidelijk”.
Algemene Energieraad geïnstalleerd
De voorlopige Algemene Energieraad (AER) wordt geïnstalleerd. De AER is in januari 1974 voorgesteld door de Voorlopige Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid en op 25 februari bij Koninklijk Besluit ingesteld om de minister van EZ “op zijn verzoek of uit eigener beweging” te adviseren over het te voeren energiebeleid. De AER bestaat uit vertegenwoordigers van o.a. consumenten, producenten, wetenschappers, werkgevers en werknemers en zal een belangrijke adviesfunctie krijgen.
Order Zuid-Afrika gaat niet door: RSV eist compensatie
De order voor de bouw van reactorvaten in Zuid-Afrika gaat niet door. De Zuid-Afrikaanse elektriciteitsbedrijf Escom kiest voor het andere (Franse) bouwconsortium, hoewel het Nederland-Amerikaans-Zwitsers consortium de grote favoriet was. Maar de Nederlandse regering heeft niet op tijd de nodige garanties gegeven. Een VVD-motie van wantrouwen tegen het kabinet krijgt niet voldoende steun en ook Lubbers (groot promotor van de deal en minister van EZ) treedt toch maar niet af. RSV/Bredero stellen het kabinet “volledig verantwoordelijk” voor het verliezen van de order en eisen dat nu onmiddellijk besloten wordt tot de bouw van kerncentrales in Nederland en financiële compensatie: vòòr 1 januari wil RSV 30 miljoen zien anders dreigt ze Rotterdam Nucleair te sluiten. Vier anti-apartheid-organisaties zetten vervolgens een paginagrote advertentie in Franse kranten over waarom ze tegen de order zijn. Het kabinet stuurt een brief naar de Kamer met als bijlage hun chronologie van de affaire
Interfuel stopt na mislukt avontuur
De aandeelhouders van Interfuel BV besluiten met het bedrijf te stoppen. Interfuel is een bedrijf voor de ontwikkeling, productie en verkoop van splijtstofelementen en is in 1972 opgericht door RCN, GKN, Comprimo, Shell, RSV en Enraf. Het is de tweede mislukking in Nederland van splijtstoffabricage; al in 1969 gaf Philips er de brui aan toen de productie voor de tweede levering van splijtstofelementen voor Dodewaard niet naar hen ging, maar naar een Engels bedrijf. RCN nam het toen over.
Kernfusie-onderzoek niet naar ECN
Het voorstel van de RCN/ECN en de FOM om het kernfusie-onderzoek onder te brengen bij de ECN, wordt door de regering niet overgenomen. FOM is zeer verbolgen (“Bij het lezen van een degelijke tekst vragen wij ons af of ‘t land wel helemaal goed wordt bestuurd”, lezen we in een interne communicatie). Wil men nu “op energie-productie gericht kernfusie-onderzoek” (en de regering wil dat!) dan zou het toch logisch zijn dat het onderzoek onder verantwoordelijkheid komt van het ECN, vindt men. Maar, zo staat in het regeringsstandpunt, “gezien haar hierboven omschreven visie (…) acht de overheid opneming van het Instituut voor Plasmafysica in het ECN niet gewenst”. Achterliggende reden blijkt dat Lubbers (EZ) vind dat kernfusie nog niet praktisch realiseerbaar en dus geen energie-onderzoek is en daarom maar onder O&W moet (blijven) vallen.
Vijf zoutkoepels geselecteerd
Minister Lubbers van Economische Zaken (EZ) schrijft een brief aan het College van Gedeputeerde Staten van Groningen en Drenthe, waarin wordt meegedeeld dat vijf zoutkoepels in aanmerking komen voor proefboringen voor opslag van kernafval: Gasselte, Schoonlo, Pieterburen, Onstwedde en Anlo. Overal in de provincies Groningen en Drenthe komt het meteen tot de oprichting van actiegroepen. Het is onduidelijk waar de rangorde van de opslagplaatsen op gebaseerd is. Er zijn wel zogeheten criteria voor de keuze van de zoutkoepels, maar de lijst met criteria roept veel vraagtekens op. Alles zal “geschieden in nauw contact met de betrokken provinciale en gemeentelijke autoriteiten”. De provincies Groningen en Drenthe laten Lubbers weten dat ze tegen proefboringen zijn en op 11 augustus blijkt dat de betrokken gemeentes officieel nog van niets weten. Pas op 3 februari 1977 zal Lubbers voor de eerste maal een brief hierover naar de gemeentes sturen. De regering laat (in december) weten haast te hebben met de proefboringen vanwege de plannen om drie kerncentrales te bouwen.
Kerncentrale-terreinen slecht beveiligd
Voor de derde keer laat VARA ‘Achter Het Nieuws’ zien dat het mogelijk is om op het terrein van de kerncentrales in Dodewaard en Borssele te komen: journalisten en tv-ploegen wandelen er ongestoord rond. In eerdere uitzendingen op 17 en 24 juni was ook al aangetoond dat ze eenvoudig op het terrein door kunnen dringen en bewijzen daarmee dat de beveiliging tegen sabotage minimaal is. De directies spreken van “ernstige misleiding van het publiek”. Volgens de burgemeester van Dodewaard zullen camera’s geen echte beveiliging kunnen bieden, wel een dertig meter (!) hoge muur.
Urenco wil contract met Brazilië
In maart is minister Lubbers (EZ) in de Gemengde Commissie van Urenco akkoord gegaan met de levering van verrijkt uranium aan Brazilië. Op 14 juli geven EZ en het ministerie van BuZa in een brief hun fiat en de uiteindelijke versie van het contract wordt in september getekend. Ondanks de toezegging dat de Kamer het laatste woord zou hebben over de contracten (Motie Oele uit 1971) en ondanks het proliferatiegevaar, licht minister Lubbers het parlement hierover niet (onmiddellijk) in. Brazilië is de eerste grote exportklant van Urenco, maar heeft geweigerd het verdrag tegen de verspreiding van kernwapens (NPV) te tekenen. De levering hangt direct samen met het grote en zeer omstreden Duits-Braziliaanse nucleaire contract van 1974. Wat de minister van BuZa (Van der Stoel) heeft afgesproken in onderhandelingen met het IAEA en met de Braziliaanse regering is onduidelijk. Door dit contract is het noodzakelijk de verrijkingscapaciteit van de UCN uit te breiden. De Brazilië-leverantie zal de gemoederen nog lang bezig houden
RCN wordt ECN
Een jaar nadat het voorstel door de ministerraad werd behandeld, treden nu de nieuwe statuten in werking van het Energie Centrum Nederland en komt hiermee een einde aan het Reactor Centrum Nederland. Het bestuur van het RCN wordt voor een fait accompli gesteld; het is een politieke beslissing het onderzoeksterrein te verbreden en de naam te veranderen. Het feit dat het RCN het onderzoek naar alternatieven wordt opgedrongen is van grote betekenis. Het onderzoek had ook ergens anders kunnen worden ondergebracht, of er had een aparte organisatie voor op gericht kunnen worden, maar op deze manier wordt het nucleaire onderzoeksinstituut als het ware van binnenuit uitgehold. “Ons geloof in kernenergie mogen wij natuurlijk houden”, zegt de technisch directeur Pelser nog.
Nederlandse deelname aan Superphenix
De Tweede Kamer gaat akkoord met deelname van Nederland aan de Franse Superphenix kweekreactor. Terwijl er al twijfels zijn ontstaan over de deelname aan Kalkar, wordt vooral door minister Lubbers (EZ) veel belang aan deelname gehecht. Nederland gaat via de SEP voor 2,5 % deelnemen. Dat komt bij de huidige ramingen neer op f 23 miljoen. De oppositie is groot (ook de Bezinningsgroep Energiebeleid dringt aan op uitstel van de beslissing) en de Kamer gaat pas akkoord na “garanties”. Dat gaat als volgt: Lubbers gaat dan de SEP vragen die “garanties in het oog te houden”. Een motie om van deelname af te zien wordt alleen gesteund door de linkse partijen, de Boerenpartij en drie dissidenten uit CHU, KVP en ARP. De Raad van Commissarissen van de SEP beslist op 23 september formeel tot deelname in de Superphenix, hoewel niet zonder problemen: verschillende aandeelhouders laten “oppositionele geluiden” horen. Er is een financieel plafond, het mag de SEP niet meer kosten dan DM 23,6 miljoen ”en SEP zich verder niet tot enig financieel risico bindt”.