Provincie Gelderland tegen sluiting Dodewaard
Een meerderheid van de Gedeputeerde Staten van Gelderland vindt dat de centrale in Dodewaard niet hoeft te worden gesloten. Wel vinden ze dat een “energievoorziening zonder kernenergie zonder meer mogelijk is via een ander energiebeleid, dat gericht is op vermindering van het verbruik, op meer prioriteit voor besparing en op een milieuvriendelijke vorm van steenkool.“ Op 25 juni stemmen ook de Provinciale Staten in meerderheid tegen sluiting.
Dumpingen Nederlands afval te ver weg om te klagen
De minister van V&M Ginjaar geeft een vergunning voor het dumpen van laag- en middelactief afval in zee. Natuur en Milieu gaat (samen met anderen) in beroep en op 10 juni (als het schip geladen wordt) is de uitspraak: omdat de dumpingen op 1800 km van Nederland plaats vinden, ziet de Raad van State niet in hoe de belangen van ‘de klager’ worden geschaad, en dus wordt het beroep afgewezen. De ‘klager’, stichting Natuur en Milieu, reageert verbaast: haar doelstellingen zijn immers niet beperkt tot Nederland of het vasteland.
Compactopslag Dodewaard
De kortgeding rechter acht zich niet bevoegd een uitspraak te doen over de eis voor sluiting van de centrale in Dodewaard. Alleen de Raad van State kan dat volgens hem. Het kort geding is aangespannen over de vergunningen die afgegeven zijn voor de opslag van splijtstofelementen in het koelbassin. Nadat de GKN extra rekken heeft geplaatst, en daarmee het probleem volgens hen (en in eerste instantie ook Van Aardenne –EZ) opgelost is, worden in de aanloop naar het kort geding, op last van de minister van EZ, de rekken weggehaald. De rekken zijn clandestien geplaatst, want daarvoor is een wijziging van de inrichtingsvergunning noodzakelijk, en die is niet afgegeven. Volgens de bewindsman is er nog wel tot 1983 ruimte. Afvoer van de splijtstof is problematisch, de opwerkingsfaciliteit in Sellafield is nog niet eens in bedrijf en de contracten zijn weliswaar geheim, maar duidelijk is wel dat het afval ook teruggestuurd kan worden. Verder is er grote moeite bij de Kamer om een contract dat ze niet mogen zien, goed te keuren. Een jaar later corrigeert het Gerechtshof de kort geding rechter: hij had wel een uitspraak moeten doen. Hierdoor kunnen organisaties en burgers nu wel rechtstreeks tegen een particuliere organisatie (als een kerncentrale) procederen.
Ontstaan ‘Dodewaard-gaat-dicht!-beweging
Het 'Pinksterkamp bij het ‘gat van Hagen" (een recreatieplas op ongeveer 7 km van de kerncentrale in Dodewaard) is een initiatief van de Gelderse Stroomgroepen. De bedoeling is een tweedaagse vergadering over het voeren van verdergaande, directe acties tegen kernenergie. Het voorstel is om in oktober over te gaan tot een terreinbezetting van de kerncentrale Dodewaard. Eén van de voorwaarden voor de actie is, dat die openbaar aangekondigd moet worden. Algemeen wordt ingezien, dat met alleen praten en demonstreren de kerncentrales niet dicht zullen gaan. Op het discussiekamp, waar zaterdags 2000 en zondags zelfs 5000 mensen zijn, wordt in kleine groepjes gediscussieerd over het voorstel tot een terreinbezetting. Hoewel de motieven achter het actievoorstel algemene instemming vinden, wordt toch besloten om te gaan blokkeren in plaats van te bezetten, omdat het overgrote deel van de aanwezigen een poging tot terreinbezetting uit ziet lopen op een grote veldslag.
In het actieplan zit nog een ander belangrijk element: basisgroepen en basisdemocratie. Om zoveel mogelijk mensen bij de actie te betrekken en er vanuit gegaan wordt dat iedereen mee moet kunnen praten, wordt er een voorstel gedaan om basisgroepen te vormen: kleine groepjes mensen die elkaar goed kennen. De beweging die dat weekend ontstaat, en die zich Dodewaard Gaat Dicht! noemt, wordt zeer bepalend voor de antikernenergie strijd in de begin van de jaren tachtig en de organisatievorm in basisgroepen wordt door veel andere radicale sociale bewegingen overgenomen.
Onderzoek naar alternatief voor dumpen
Minister V&M (Ginjaar) zegt dat hij een commissie gaat instellen die voor het dumpen van radioactief afval in zee “dat op kortere termijn gezien uit milieuhygiënisch oogpunt verantwoord is, met het oog op de lange termijn geen alternatief zou moeten worden gevonden“ Deze Commissie Heroverweging Verwijdering Radioactief Afval moet er voor 1 oktober zijn. Maar dat lukt (weer eens) niet: pas in maart 1981 wordt de commissie ingesteld, en zal ook de bestuurlijke uitvoerbaarheid van de methoden onderzoeken.
Blokkades bij dumpingen
Maar liefst 5000 mensen nemen deel aan de jaarlijkse demonstratie tegen het dumpen van radioactief afval in zee, deze keer op 24 mei genouden in IJmuiden. Er worden acties aangekondigd tegen de komende transporten van het afval van Petten naar de haven van IJmuiden, vanwaar het schip (deze keer de ‘Andrea Smits’) zal vertrekken.
Op de morgen van 9 juni ketenen zich ongeveer 100 mensen van BAN vast aan de hekken van de ECN in Petten om het transport naar IJmuiden te voorkomen. De blokkade wordt snel ontruimd. Enkele honderden mensen zijn die maandag en dinsdag tussen Petten en IJmuiden bezig om de transporten te hinderen. Meerdere malen zijn er blokkades die snel weer ontruimd worden. Een vrouw raakt gewond, als ze door een uitstekend voorwerp van één van de vrachtwagens geraakt wordt. Greenpeace en een aantal binnenschippers blokkeren de Andrea Smits, maar na onderhandelingen met en toezeggingen van Ginjaar (zo denkt men) en onder dreiging van een kort geding heffen ze de blokkade uiteindelijk op 11 juni op en kan het schip onder begeleiding van de marine vertrekken.
Op 18 juni zegt de Burgemeester van IJmuiden, Molendijk, de gemeenteraad toe bij minister Ginjaar (V&M) aan te gaan dringen om in het vervolg zijn gemeente te mijden bij de dumpingen in zee. Tot nu toe is het schip altijd vanuit de haven van IJmuiden vertrokken naar de dumpplek in de Atlantische Oceaan. Maar er zal geen gehoor aan worden gegeven.
Onduidelijke financiële situatie UCN
De financiële situatie van de Nederlandse poot van Urenco, de UCN, is erg onduidelijk. Het jaarverslag van 1971 was al niet goedgekeurd door de accountant en vanaf 1975 worden alle jaarrekeningen afgekeurd. Dat is mede vanwege de onduidelijkheid over welke bedragen als lening en welke als subsidie te beschouwen zijn. Het gaat om een bedrag van totaal f 426 miljoen. Nu treedt de ‘machtiging als bedoeld in artikel 40 van de Comptabiliteitswet 1976 tot vergroting van de deelneming’ in de UCN in werking. Het bedrijfsleven (aandeelhouders DSM, Philips, Shell, RSV en VMF-Stork), weigeren al vanaf 1976 leningen of extra aandelen in het UCN-project vanwege de grote financiële risico’s. De staat vergroot het aandelen kapitaal van f 4 miljoen tot f 163 miljoen en op die manier wordt ze voor 98,5 % aandeelhouder. Die f 159 miljoen is een omzetting van leningen voor demonstratiefabrieken. Een bedrag van f 297 miljoen wordt gezien als subsidie.
Maar de uitbreiding van SP4 moet ook betaald worden en dat kan niet door de reguliere kapitaalmarkt verzorgd worden, dus komt er een garantieverplichting van de staat voor f 470 miljoen.
VN Hearing over Urenco en uranium uit Namibië
In het VN-hoofdkantoor in New York vindt een hearing plaats over Namibisch uranium en het feit dat Urenco (in Almelo) dat verrijkt. Dat is in strijd met Decreet nr.1 van de VN Raad van Namibië. Hoewel dat decreet niet bindend is, heeft Nederland het (in tegenstelling tot veel andere landen), vrijwillig aanvaard. Maar zoals vaker is er op geen enkele manier actie ondernomen om die principiële stellingname ook praktische inhoud te geven; niet via vervoersbeperkingen, niet via Urenco, niet via Euratom (die ook het recht heeft te bepalen welke ‘geografische oorsprong’ de te leveren goederen hebben). Nederland heeft nu ook officieel laten weten het niet haar taak te vinden het decreet “te effectueren“ en zegt daarmee feitelijk: de VN zoekt het maar uit! Urenco (en de regering) verdedigd zich met de verklaring dat ze niet kan weten waar het uranium vandaan komt; het wordt geleverd door hun klanten; ze zijn op geen enkel moment eigenaar en verrijken het alleen maar. “Heling“ noemt de VN het en kondigt een proces tegen Urenco en de Nederlandse staat aan, dat echter pas jaren later, als het vrijwel geen zin meer heeft, plaats zal vinden.
Kernenergienota: 5-6 nieuwe kerncentrales tot 2000
De nieuwe Kernenergie nota (Brandstofinzet centrales) van de regering wordt gepubliceerd. Het is het derde deel van de Nota Energiebeleid (Deel I = uitgangspunten en besparingsprogramma uit sept. 1979; Deel II = Steenkool uit februari 1980). Het is het uitgangspunt voor de BMD die op 1 januari van start moet gaan. Het is ook de dikste tot nu toe: 459 bladzijden. Er moet binnen twee jaar besloten worden tot de bouw van drie 1000MW kerncentrales en dan tot 2000 nog eens twee of drie. Bij voorkeur moeten de eerste drie worden gebouwd bij de westelijke Noordoostpolderdijk (Urk -2) en een in Borssele. De gemeentebesturen zijn niet blij.
Over veiligheid: “De conclusie van deze (Rasmussen) studie is dat het risico van kernenergie centrales –zelfs in aanmerking nemend de onnauwkeurigheid in de berekeningen van de kansen en de gevolgen van ongevallen – buitengewoon klein is wanneer dat wordt vergeleken met andere risico’s waaraan de samenleving blootstaat of zichzelf bloot stelt.“ Over afvalopslag staat er: “De regering is van oordeel dat de methode voor het opbergen van radio-actief afval in diepgelegen, stabiele geologische formaties zonder onaanvaardbare risico’s voor de mens en zijn leefwereld in beginsel aanwezig is.“
Een ‘flodderstuk’ wordt het genoemd, gebaseerd op archaïsche standpunten en uitgangspunten, “geen flauw benul van de breed uitgemeten bezwaren en kritieken op kernenergie, valse redeneringen, slechte argumenten en fantasieën voeren de boventoon.“ NRC schrijft: “Zo barst en kraakt de Nota van alle kanten. En die moet dan de inzet zijn van de 'brede maatschappelijke discussie'; een discussie over een nota die rammelt en waarover men kan discussiëren zoveel men maar wil.“
Geheimhouding opwerkingscontracten
Er is regelmatig veel discussie in de Tweede Kamer over opwerkingscontracten van Dodewaard en Borssele. Behalve dat de contracten geheim zijn vallen de contracten ook slecht omdat dat vooruitlopen is op de BMD die immers over de toekomst van kernenergie zal gaan. Op 30 januari 1980, na maanden discussie, stelt Van Aardenne (min EZ) dat “gezien het feit dat bij dit alles het functioneren van de kernenergiecentrale te Borssele en Dodewaard in het geding is (…) dat goedkeuring van het wetsontwerp zo spoedig mogelijk zal moeten plaatsvinden.“ De Kamer blijft in eerste instantie bij haar standpunt dat de contracten waar ze over moeten besluiten dan ook openbaar moeten zijn, maar de Regering geeft niet toe. Op 24 september 1980 beslist Van Aardenne nogmaals dat hij niet tegemoet komt aan de Kamer en de contracten openbaar maakt. Ondertussen is er een contract uitgelekt tussen Zweden en Cogema. Hoewel de minister altijd heeft gezegd dat het standaard contracten zijn, zegt hij nu dat een aantal van de bepalingen (o.a. een boeteclausule bij –niet tijdig- terugnemen van afval) niet in de Nederlandse contracten staat. Ook is de hoeveelheid afval die volgens het Zweedse contract teruggestuurd wordt veel groter dan altijd beweerd door Van Aardenne.