Besluitvorming nieuwe kerncentrales niet voor 1990
De regering is bezig alle gevolgen van Tsjernobyl op een rijtje te zetten en tot nu toe ging het kabinet er van uit dat in het voorjaar van 1988 een nieuwe beslissing over de toekomst van kernenergie in Nederland zou kunnen worden genomen. Maar De Korte (EZ) deelt de Kamer mee dat voor een zorgvuldige afweging meer tijd nodig is. Hoeveel extra tijd kan hij nog niet zeggen. Twee weken later laat Nijpels al weten dat een beslissing in “deze kabinetsperiode“ (tot 1990) niet meer voor de hand ligt.
OSART-Dodewaard naar Kamer
Het rapport van het OSART team wordt aangeboden aan de Tweede Kamer. Het Operational Safety Review Team van de IAEA heeft de veiligheid van de centrale in Dodewaard onder de lopen genomen tijdens hun bezoek 27 april tot 15 mei. Een persbericht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vertaald de IAEA conclusie: “De bedrijfsveiligheid van de kerncentrale in Dodewaard benadert een hoog-niveau."(in het rapport zelf staat ‘a higher level’) "Het personeel doet nauwgezet en toegewijd zijn werk en de installatie verkeert in goede staat van onderhoud.“ Toch, zo zegt het IAEA na al die lovende woorden, moet het personeel beter getraind worden, moeten procedures verder ingevuld worden, bezetting van de wacht in de regelkamer geformaliseerd worden, en een automatische blokkering van de lozing bij overschrijding van de normen aanbevolen. Het GKN wordt gevraagd een uitgebreid werkplan op te stellen. Milieudefensie zegt geschrokken te zijn van het rapport omdat daarin alleen rekening gehouden wordt met ongelukken waarbij weinig radioactiviteit vrijkomt. Als er bij een ongeluk grote hoeveelheden radioactiviteit vrijkomt zijn de veiligheidsmaatregelen onvoldoende. Uiteindelijk verklaart de Raad van State in maart 1988 Milieudefensie niet-ontvankelijk; alleen een burgemeester mag om de sluiting van een kerncentrale vragen. De RvS behandelt de zaak niet inhoudelijk en blokkeert daarmee “de meest logische rechtsgang om de sluiting van een bestaande kerncentrale op grond van nieuwe wetenschappelijke gegevens te bewerkstelligen”, zegt Milieudefensie in een reactie. Doordat de Afdeling Geschillen van Bestuur van de RvS een fout heeft gemaakt bij de publicatie van de uitspraak zal in 1989 de Raad van State alsnog inhoudelijk de zaak bekijken.
Vergunning voor al in bedrijf zijnde verbrandingsoven
Met een Koninklijk besluit wordt de vergunning afgegeven voor de verbrandingsoven voor lichtradioactief afval op het terrein van de kerncentrale in Dodewaard. Alle bezwaren zijn door de Raad van State afgewezen. Meteen na het afgeven van de vergunning in oktober 1985, werd daar bezwaar tegen ingediend. Omdat die bezwaren geen schorsende werking hebben werd meteen begonnen met de bouw, zodat nu de vergunning definitief is, de installatie al gebouwd is en al een paar maanden in bedrijf is.
Kernenergie in 2050: beperkte rol
In opdracht van het EZ wordt er een studie gedaan naar de mogelijkheden van duurzame energie in het jaar 2050. Geconcludeerd wordt dat kolen in 2050 veruit de grootste energiebron zal zijn, dat aardgas en aardolie schaars en te duur zijn geworden en dat ook kernenergie een beperkte rol zal spelen als het niet lukt om de kweekreactortechnologie te ontwikkelen. Duurzame energie (zonne- en windenergie, biomassa en aardwarmte) zal volgens deze verkenning in 2050 maximaal 20% van de energie produceren.
Eindelijk proces tegen Staat wegens 'heling'
Nadat er sinds 1981 al over gesproken wordt, is het nu eindelijk zo ver: Urenco, UCN Nederland en de Nederlandse Staat staan in Den Haag voor de rechter wegens ‘heling’ van uranium uit het door apartheidstaat Zuid-Afrika bezette Namibië. Op 14 juli heeft de VN Raad voor Namibië de dagvaarding bekend gemaakt. Op 1 september, de eerste zittingsdag, wordt het proces meteen verdaagd tot 1 december om de gedaagden de tijd te geven hun verweer op te stellen. Maar op 1 december wordt het vervolgens meteen verdaagd tot 3 mei 1988. De kern van het (schriftelijke) verweer van de Staat is dat niet aan te tonen is dat het uranium bij Urenco in Almelo afkomstig is uit Namibië en dat Nederland dus niet verweten kan worden dat het onrechtmatig grondstoffen uit het door Zuid-Afrika bezette land laat verwerken. De mondelinge behandeling van de zaak is op 6 juni 1989. De repliek van de Raad voor Namibië: de Nederlandse Staat kan op grond van overeenkomsten afleiden waar het uranium van afkomstig is; een bank die gestolen geld ontvangt kan zich niet verweren met het argument dat aan het geld niet te zien is dat het gestolen is.
Basisnotitie ontwikkeling nieuwe criteria
Milieuminister Ed Nijpels (VVD) brengt de ‘Basisnotitie ten behoeve van de ontwikkeling van een toetsingscriterium voor de ondergrondse opberging van radioactief afval’ (TOR) uit, met een inspraakprocedure. Bij het zoeken naar criteria lijkt men de geologische in te gaan ruilen voor radiologische criteria. Waar het de regering in essentie omgaat, aldus de milieuorganisaties in hun kritiek, is door middel van een stralingsdosislimiet vast te stellen hoeveel doden de opslag van kernafval de Nederlandse bevolking waard is, en zeggen daar niet in mee te gaan. De fundamentele vraag zou moeten zijn of toekomstige generaties moeten worden opgezadeld met de risico’s van opgeslagen kernafval, terwijl die generaties in de verste verte geen nut hebben van het gebruik van kernenergie nu. Ook is de TOR-nota a-historisch, omdat op geen enkele manier verwezen wordt naar de discussie rond de ICK-criteria. Er wordt geen melding gemaakt van deze belangrijke geologische en geohydrologische criteria. Daarom, zeggen de milieuorganisaties, is de nota en dus de door VROM geboden inspraak volstrekt onvolledig. Er zijn twee hoorzittingen, een in Utrecht en een in Groningen, dit terwijl de zoutkoepels waar het om gaat in de provincies Groningen, Friesland, Overijssel, Drenthe en Gelderland liggen. De inspraak tot 26 oktober levert 4300, vooral afwijzende, reacties op, onder meer over de slechte leesbaarheid van de nota.
Vergunningsaanvraag Covra
Nadat de Covra op 2 oktober een vergunning heeft aangevraagd, gaat nu de gemeenteraad akkoord met de vestiging van een verwerking- en opslag faciliteit van radioactief afval op een terrein vlak bij de kerncentrale. Met de aankoop van het terrein en de bouw is een bedrag gemoeid van f 500-600 miljoen. Maar de onrust in het dorp wordt alleen maar groter. De locatie is 600 meter van de dorpskern en de bevolking vindt dat ze niet serieus genomen worden in hun protest. Er wordt een Dorpsraad opgericht en in februari 1988 blijkt 92,9% van de bevolking tegen de vestiging van de Covra op deze aangekochte locatie. Een groep boeren gaat verder dan de Dorpsraad, die alleen een andere locatie wil. De boeren willen geen opslag in Zeeland en zeker niet in de gemeente Borsele. Ze overhandigden 500 handtekeningen van inwoners van de gemeente Borssele. B&W legt uiteindelijk in maart de vergunningsprocedure stil en een werkgroep moet op zoek naar een alternatieve locatie. In mei 1988 wordt een nieuwe lokatie verder van de dorpskern aangekocht, die veel van de onrust weg neemt.
Nederland stemt tegen einde samenwerking Z-Afrika
Nederland is een van de weinige landen die in de VN stemt tegen een resolutie waarin gevraagd wordt snel een eind te maken aan elke politieke, economisch- handels- militaire en nucleaire samenwerking met de Zuid-Afrikaanse Apartheidsstaat. Nederland is van de 8 landen die tegen stemmen: 7 EEG landen plus de VS.
De Staat sjoemelt met de Kernenergiewet
Vergunningen voor het gebruik van stralings- of onderzoeksapparatuur zijn gewoon op een nieuwe naam gezet met alleen een publicatie in de Staatscourant achteraf. Zo blijkt de onderzoeksreactor van het Inter Universitair Reactorinstituut opeens op naam van de Technische Universiteit Delft te staan. Volgens de Kernenergiewet moet de nieuwe eigenaar een (nieuwe) vergunning aanvragen, die openbaar is en waartegen bezwaar gemaakt kan worden. In totaal lijkt het al ruim 20 keer voorgekomen te zijn dat dat niet gebeurt, meest bij ziekenhuizen.
Explosie in HFR
In de nacht van 26 op 27 november vindt er opnieuw en ongeluk plaats in de HFR. Pas veel later wordt bekend dat er zich om 2 minuten over half een een explosie voordoet, gevolgd door een drukgolf die in het hele reactorgebouw te voelen is. Twee capsules TeO2 (telluriuimoxide) exploderen. Er scheurt een buis volledig open. Een rek en twee experimenten worden volledig vernield. Conform de veiligheidsspecificaties schakelt de reactor zich automatisch uit, maar na uitsluitend een summiere visuele inspectie van het reactorvat 11 minuten later al weer opgestart. Het incident wordt ook niet gemeld aan de Kernfysische Dienst uit vrees voor een startverbod, de KFD komt er na verloop van tijd zelf achter. Mede naar aanleiding hiervan komt er later een meldingsplicht voor dergelijke incidenten. Volgens het Noordhollands Dagblad op 1 februari 2002 komt er “weinig radioactiviteit vrij". In 2002 wordt een scheur in het reactorvat in verband gebracht met deze explosie maar blijkt toch een “historische” lasfout te zijn die er vanaf het begin al zit.